Geen uitkering na brand door schenden mededelingsplichtsplicht

De directeur van een bedrijf geeft zijn veroordeling voor belastingfraude en de daarmee samenhangende FIOD inval niet op bij zijn verzekeraar. Nadat er brand ontstaat wil de verzekeraar niet overgaan tot uitkering. Mag de verzekeraar dekking weigeren?

Astarte exploiteert een in- en verkoop- en reparatiebedrijf van auto’s. Astarte heeft een garageverzekering afgesloten bij Nationale Nederlanden en later ook een Bedrijven-pakketverzekering (hierna: ZCB-pakket), waarin aanvankelijk opgenomen waren een inventaris- en goederenverzekering en bedrijfsschadeverzekering. Per 16 juli 2008 is aan het ZCB-pakket toegevoegd een geldverzekering en per 26 augustus 2008 een milieuschadeverzekering. Het ZCB-pakket is per 1 september 2009 nogmaals uitgebreid met een verzekering van het huurdersbelang. Op het aanvraagformulier voor de ZCB-pakketverzekering, is de vraag:

“Is er sprake geweest van aanraking met politie/justitie ter zake van (verdenking van) het plegen van een misdrijf” met “nee” beantwoord.

In 2010 is brand ontstaan in het bedrijfspand, waardoor het pand met toebehoren en de daarin aanwezige goederen, inventaris en auto’s totaal verloren is gegaan. Nationale Nederlanden met een beroep op artikel 7:928, 7:929 lid 2 en 7:930 lid 4 en 5 BW de polissen opgezegd en een uitkering onder de polissen geweigerd omdat de directeur/bestuurder in 1998 was veroordeeld voor ‘opzettelijk een bij de Belastingdienst voorziene aangifte onjuist doen, terwijl daarvan het gevolg zou kunnen zijn dat te weinig belasting zou kunnen worden geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.

Levering bewijs

Het hof heeft op 25 september 2018 een tussenarrest gewezen waarbij het hof Nationale Nederlanden heeft toegelaten tot bewijslevering dat zij, als redelijk handelend verzekeraar, de ZCB-verzekering niet zou hebben gesloten als zij op de hoogte was geweest van de verdenking jegens de directeur voor het plegen van belastingfraude en de daarmee samenhangende FIOD-inval.

Redelijk handelend verzekeraar

Nationale Nederlanden heeft vervolgens 12 getuigen gehoord, waarna Astarte ook 5 getuigen heeft doen horen. De getuigen hebben – kort samengevat – verklaard dat NN in 2007, in geval van een verdenking van een dergelijk ernstig vermogensmisdrijf, de verzekeringsaanvraag in elk geval niet zonder nader onderzoek zou hebben geaccepteerd. Alleen als uit objectieve gegevens, zoals een strafvonnis, zou zijn gebleken dat de verdenking zonder grond was, zou NN bereid zijn geweest om de verzekering alsnog te sluiten.

Het hof oordeelt dat bij het beantwoorden van de vraag wat een redelijk handelend verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken zou hebben gedaan, groot gewicht kan toekomen aan het acceptatiebeleid van andere verzekeraars. Niet uitgesloten is evenwel dat het beleid van een of meer andere verzekeraars op inhoudelijke gronden de toets aan de maatstaf van een redelijk handelend verzekeraar niet kan doorstaan, zodat daarop geen beroep kan worden gedaan. Evenmin is uitgesloten dat het acceptatiebeleid van de betrokken verzekeraar op inhoudelijke gronden blijkt te voldoen aan de maatstaf van de redelijk handelend verzekeraar, ook al voeren andere verzekeraars een ander (of geen) beleid ten aanzien van de betrokken feiten en omstandigheden.

Het hof is van oordeel dat NN voldoende overtuigend heeft aangetoond dat zij, als zij op de hoogte was geweest van de verdenking jegens directeur van het plegen van belastingfraude en de daarmee samenhangende FIOD-inval in maart 2007 en het verhoor van directeur, de ZCB-pakketverzekering met Astarte destijds niet zou hebben afgesloten.

Het hof is van oordeel dat NN als redelijk handelend verzekeraar de verzekeringsaanvraag van Astarte mocht weigeren. Het hof overweegt dat de verdenking van directeur van belastingfraude voor NN relevant voor de beoordeling van het risico omdat dit iets zegt over de moraliteit van directeur. Zolang deze verdenking niet van tafel was, mocht NN als redelijk handelend verzekeraar besluiten de verzekeringsaanvraag niet te accepteren.

Schending precontractuele mededelingsplicht

Het hof oordeelt dat NN is geslaagd in het door haar te leveren bewijs, zodat het beroep van NN op schending van de precontractuele mededelingsplicht ten aanzien van de ZCB-pakketverzekering slaagt.

Voor de hele uitspraak klik hier.

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt een advocaat die is gespecialiseerd in verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

foto van brandend huis die wordt geblust bij artikel over uitkering naar herbouwwaarde, sloopwaarde of verkoopwaarde
Menu