Redelijke kosten tot vaststellen van schade dwingendrechtelijk ten laste van verzekeraar

Als gevolg van een ongeval ontstaat een discussie over de redelijke kosten tot vaststellen van de schade. In de polisvoorwaarden van de SVI-verzekering is opgenomen dat geen recht op uitkering bestaat als ook een beroep gedaan kan worden op een andere verzekering. In dit geval heeft de verzekerde recht op juridische bijstand krachtens de rechtsbijstandverzekering van Arag. Maar komen de door verzekerde gemaakte redelijke kosten tot vaststellen van schade dwingendrechtelijk ten laste van de verzekeraar? En is met declaraties van de advocaat voldoende aangetoond dat deze kosten zien op redelijke kosten tot vaststellen van de schade?

Schadeverzekering

Het slachtoffer is betrokken geraakt bij een verkeersongeval waarbij hij rijdende op zijn motor is aangereden door een auto. Hierdoor heeft hij letsel opgelopen. Hij had op dat moment een ‘Combipolis Particulieren’ bij NH1816 waaronder zowel een motorverzekering als een rechtsbijstandverzekering van Arag viel. NH1816 beroept zich op artikel 5 van de polisvoorwaarden waarin staat dat voor een deel geen beroep kan dan op de betreffende verzekering schadeverzekering voor inzittenden als de verzekerde geheel of gedeeltelijk recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering. In deze zaak betekent dit dat het slachtoffer al recht heeft op juridische bijstand krachtens de rechtsbijstandverzekering van Arag. Een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten wordt dan ook niet op basis van de schadeverzekering voor inzittenden verstrekt.

De bij het ongeval betrokken auto was WAM-verzekerd bij de Goudse Verzekeringen. Goudse heeft zich op het standpunt gesteld dat het slachtoffer eigen schuld heeft aan het ongeval en dat zij slechts gehouden is 50% van zijn schade, waaronder de kosten van rechtsbijstand, te vergoeden. De Goudse heeft een algemeen voorschot op de buitengerechtelijke kosten voldaan.

Eerste aanleg

De rechtbank wijst de vorderingen van het slachtoffer tot een verklaring voor recht dat NH186 gehouden is de buitengerechtelijke kosten die hij moet maken in verband met het verkeersongeval volledig te vergoeden voor zover De Goudse deze niet vergoedt en een veroordeling van NH1816 tot betaling van € 13.864,79 aan nog niet betaalde buitengerechtelijke kosten af. Het slachtoffer stelt dat deze kosten op grond van art. 7:959 lid 1 BW, waarvan ingevolge art. 7:963 lid 6 BW niet mag worden afgeweken, voor rekening van NH1816 komen.

Hoger beroep

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Volgens het hof blijkt uit de wetsgeschiedenis dat voor de schadeverzekering met ‘kosten tot het vaststellen van de schade als genoemd in art. 7:959 lid 1 BW de zogenoemde expertisekosten zijn bedoeld. Dit betreft dus uitsluitend de (eerste) in art. 6:96 lid 2, onder b, BW genoemde kostensoort.
Bovendien oordeelt het hof dat het slachtoffer verzuimd te onderbouwen waarom de door de advocaat gemaakte kosten door NH1816 moeten worden vergoed en heeft zij de declaraties niet in de processtukken besproken en onderbouwd. Het hof heeft overwogen dat alleen redelijke kosten ter vaststelling van schade onder de reikwijdte van 7:959 lid 1 BW vallen. Het slachtoffer heeft onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat dergelijke kosten zijn gemaakt. Daarom kan niet worden gezegd dat artikel 5 van de polisvoorwaarden voor de inzittendenverzekering een beperking oplevert ten opzichte van artikel 7:959 lid 1 BW.

Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat 7:959 lid 1 BW niet slechts ziet op de kosten die door de verzekeraar worden gemaakt. Uit de wetsgeschiedenis blijkt volgens de Hoge Raad dat de redelijke kosten ter vaststelling van de schade mede als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking komen. Daaruit volgt dat de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade ingevolge art. 7:959 lid 1 BW ten laste van de verzekeraar komen en dat dit ook geldt indien daardoor de verzekerde som wordt overschreden. Volgens art. 7:963 lid 6 BW kan van deze bepaling niet ten nadele van de verzekeringnemer of de verzekerde worden afgeweken voor zover de daarin bedoelde kosten niet het bedrag overschrijden dat gelijk is aan de verzekerde som en de verzekeringnemer een natuurlijk persoon is die de verzekering anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gesloten.

Bovendien oordeelt de Hoge Raad dat in voldoende mate naar voren is gebracht dat en waarom de werkzaamheden van de advocaat concreet zien op redelijke kosten tot vaststellen van de schade als bedoeld in 7:959 lid 1 BW. De Hoge Raad oordeelt dat niet valt in te zien op welke kosten de kosten op de declaraties voor medisch advies en het opmaken van de schadestaat anders zien dan op kosten ter vaststelling van de schade.

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof.

Voor de hele uitspraak klik hier.

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in het aansprakelijkheidsrecht en verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor  gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

Vrouwe Justitia
Menu