Wanneer iemand door het toedoen van een ander schade oploopt, kan dit gevolgen hebben voor de rest van zijn leven. Er kan niet alleen blijvende fysieke schade ontstaan, maar ook financieel kan het vaak vergaande gevolgen hebben met een lange nasleep.
Tijdens het afwikkelen van de schade wordt rekening gehouden met toekomstige schade als het ernaar uitziet dat de schade ook in de toekomst nog voelbaar zal zijn bij het slachtoffer. Dit wordt ook wel als toekomstige schade aangeduid. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de economische toestand van de toekomst. Het uitgangspunt is immers dat het slachtoffer zijn toekomstschade daadwerkelijk kan dragen. Nu banken nog nauwelijks rente geven op spaarrekeningen, kunnen ook de percentages die de letselschadepraktijk standaard hanteert bij de begroting van toekomstige schade onder druk komen te staan.
Toekomstige schade
Als een zogenoemde ‘medische eindtoestand’ is bereikt, wordt zowel de materiële als immateriële schade definitief begroot. Als het slachtoffer bijvoorbeeld blijvend arbeidsongeschikt is geraakt en daardoor voor de rest van zijn leven geen inkomsten meer heeft, blijft er toekomstige schade over. Vaak wordt ook deze schade op een zeker moment afgewikkeld, zodat het letselschadeproces kan eindigen. Met een zogenoemde ‘som ineens’ wordt een bedrag uitgekeerd dat de huidige en toekomstige schade dekt. Hierbij moet rekening worden gehouden met economische factoren die door de jaren heen van invloed kunnen zijn op dit bedrag. De waarde van het bedrag verandert immers. Om te voorkomen dat daaruit financieel voor- of nadeel voortvloeit, moet een zogeheten kapitalisatieberekening worden gemaakt. Dit gebeurt aan de hand van de rekenrente en de kapitalisatiefactor. Dit is een factor die wordt gehanteerd aan de hand van de looptijd van de schade en de leeftijd van het slachtoffer. Bij de toepassing van de rekenrente op de kapitalisatiefactor wordt gekeken naar het te verwachten verschil tussen de rente en inflatie. Voor meer informatie over de rekenrente klik hier.
Inflatie
Van het slachtoffer wordt verwacht dat de hierboven genoemde ‘som ineens’ wordt benut om rendement te genereren om zijn werkelijke schade in de loop van de tijd te kunnen compenseren. Als dat rendement niet kan worden gehaald, komt de benadeelde uiteindelijk tekort. Zo is de rente op staatsobligaties en de spaarrente door ontwikkelingen op de kapitaalmarkt dusdanig onder druk komen te staan, dat het standaard gehanteerde niveau van 6% aan rente al jaren niet meer is gehaald, terwijl de inflatie naar een historisch hoog punt reikt. Dit zorgt ervoor dat de werkelijke rekenrente lager uitvalt.
In recente jurisprudentie beargumenteert de rechtbank dat de 3% aan rekenrente als een resultaat van een gemiddelde 6% rendement en 3% inflatie, een uitmiddeling is over een lange looptijd. Dit gaat ervan uit dat bij een lange looptijd pieken en dalen elkaar compenseren.
Door de abnormaal hoge inflatiecijfers en het achterblijven van rente op spaarrekeningen, kan bij vergoeding van toekomstige schade met te lage inflatiecijfers worden gerekend of kan er sprake zijn van toekomstige uitkeringen vanuit het UWV die niet voldoende meekomen met de werkelijke inflatiecijfers.
Wanneer de werkelijke rekenrente lager is, door bijvoorbeeld de huidige hoge inflatie of lage rentestanden, dan de rekenrente waarmee is gekapitaliseerd, kan het slachtoffer een oplopend tekort ontwikkelen in de eerste jaren. Het kan voorkomen dat hij dit tekort in de jaren daarna niet meer kan inlopen waardoor niet al zijn schade wordt gedekt. Het risico van de afwikkeling van de schade door middel van de som ineens ligt volledig bij het slachtoffer.
Om het slachtoffer een zo groot mogelijke zekerheid te kunnen geven, moet een zorgvuldige afweging worden gemaakt tussen de rekenrente en de feiten en omstandigheden de redelijke verwachting daaromtrent in de toekomst. Zeker met de huidige ontwikkelingen op de financiële markten, moet nog nadrukkelijker rekening worden gehouden met de financiële aspecten in de toekomst op de soms ineens.
Aanbevelingen rechtspraak
Per februari 2022 heeft de rechtspraak hun aanbevelingen ten aanzien van de rekenrenten in personenschadezaken aangepast naar aanleiding van de actuele rentestanden. Voor de jaren 0 tot 5 wordt hierin uitgegaan van de gemiddelde spaarrente op een vrij opneembare rekening, op het moment 0%. Voor de inflatie worden de voorspellingen van het CPB voor de komende vijf jaren van de consumentenprijzen aangehouden. Voor de jaren 5 tot 20 wordt met betreft de rente het berekende gemiddelde van de 3 hoogste aanbieders van 5, 10 en 15-jaars spaardeposito’s aangehouden. Voor inflatie wordt van 2% uitgegaan. Dat is het percentage waar de ECB naar streeft en overeenkomst met het langjarig gemiddelde inflatiepercentage. Vanaf 20 jaar wordt uitgegaan van de actuele rentecomponent van de UFR en voor de inflatie wordt wederom 2% aangehouden.
Voor de inflatie in deze aanbeveling wordt gekozen voor het aanhouden van de prijsinflatie (CPI). In de literatuur wordt echter ook wel bepleit om een (hogere) looninflatie aan te houden. Bovendien zij in deze aanbeveling de actuele rentestanden meegenomen, maar ontbreekt een inachtneming van de recente torenhoge inflaties van bijvoorbeeld 9,6% in mei 2022 ten opzichte van mei 2021. Voor de aanbeveling rekenrente in personenschadezaken klik hier.
Conclusie
Bij het begroten van de toekomstschade is het dus van belang om redelijke verwachting van financiële componenten in de toekomst mee te nemen. De rekenrente is daarbij een belangrijke factor. De rechtspraak heeft in een recente aanbeveling al aanpassingen gedaan op de rekenrente, kijkend naar de huidige rentestanden. Hier is de recente hoge inflatie echter nog niet in meegenomen. In de huidige tijd kan een slachtoffer alsnog te maken krijgen met een te verwachten lage of zelfs negatieve rekenrente waardoor het slachtoffer tekort komt in de vergoeding van zijn schade en niet in dezelfde positie wordt teruggebracht dan hij zou hebben verkeerd zonder schade. De vraag is dus of deze percentages voldoende zijn voor slachtoffers om alle schade op lange termijn te kunnen dekken.
Vragen?
Heeft u vragen of zoekt een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht? Neem vrijblijvend contact op.
Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem