In de herfst van 2020, op een gewone dag in de kringloopwinkel in Hoek van Holland, werkte [gedaagde] als vrijwilliger. Hij was een oudere man, geboren in 1937, die vaak in de winkel te vinden was om wat te rommelen en de sfeer te proeven. Op 17 november, rond half zes, besloot hij de winkel af te sluiten. Wat hij niet wist, was dat hij een brandende kaars had achtergelaten, wat later zou leiden tot een verwoestende brand.
Brand
Later die avond ontstond er inderdaad brand in de winkel, die zich snel verspreidde. De schade was aanzienlijk, niet alleen aan de winkel zelf maar ook aan de aangrenzende bedrijfsruimte van [bedrijf A], dat verzekerd was bij ASR Schadeverzekering. De brand leidde tot een complexe juridische strijd, omdat ASR besloot de schade te verhalen op [gedaagde]. ASR betoogde dat [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld door de winkel met de brandende kaars achter te laten.
Regres door brandverzekeraar op vrijwilliger
In de rechtszaal voerde ASR aan dat [gedaagde] verantwoordelijk was voor de brand en dat hij de schade moest vergoeden. De schadeposten waren aanzienlijk: ASR vorderde maar liefst € 649.352,35 voor de brandschade, plus bijkomende kosten voor het vaststellen van aansprakelijkheid en schade, die in totaal opliepen tot € 42.853,54, en nog eens € 14.291,67 voor buitengerechtelijke kosten. ASR vond dat [gedaagde], als iemand die regelmatig in de winkel werkte, aansprakelijk was voor de gevolgen van de brand.
Bedrijfsregeling Brandregres (BBR)
Echter, [gedaagde] had een ander verhaal. Hij verdedigde zich door te stellen dat hij geen professionele of commerciële activiteiten in de winkel uitvoerde. Hij handelde als particulier en kreeg geen vergoeding voor zijn hulp. Dit was cruciaal, want volgens de Bedrijfsregeling Brandregres (BBR) hebben brandverzekeraars niet het recht om regres te nemen op particulieren die in hun particuliere hoedanigheid handelen. De BBR biedt bescherming aan mensen zoals [gedaagde], die niet professioneel of bedrijfsmatig actief zijn.
Particulier in de zin van de BBR?
De rechtbank moest nu beoordelen of [gedaagde] inderdaad als particulier moest worden beschouwd en of ASR recht had op schadevergoeding. Na het horen van de argumenten van beide partijen kwam de rechtbank tot de conclusie dat [gedaagde] inderdaad als particulier kon worden gezien. Hij was een oudere man die, na het verlies van zijn vrouw, vooral in de winkel kwam om onder de mensen te zijn en niet om een inkomen te verdienen. Hij had geen financiële of materiële beloning voor zijn inzet en handelde dus niet in een professionele hoedanigheid.
Conclusie
Daarom was ASR niet gerechtigd om verhaal te nemen op [gedaagde]. De rechtbank wees de vordering van ASR af, wat betekende dat de verzekeraar de schade niet op [gedaagde] kon verhalen. Bovendien moest ASR de proceskosten van [gedaagde] vergoeden, wat neerkwam op een bedrag van € 9.808,00.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van particulieren in situaties waarin zij als vrijwilliger actief zijn, en laat zien hoe de wet in Nederland omgaat met de aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. Voor meer informatie en details over de zaak kun je de volledige uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 18 september 2024 hier lezen (ECLI:NL:RBROT:2024:9391).
Vragen?
Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht, letselschade en verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op. Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem