Tussenpersoon aansprakelijk na onjuist invullen aanvraagformulier?

De tussenpersoon heeft een aanvraagformulier voor een opstalverzekering onjuist ingevuld. Vermeld had moeten worden dat de neef die inwoonde bij zijn oom acht jaar voorafgaand aan het sluiten van de verzekering was veroordeeld wegens een schietincident tot vier jaar gevangenisstraf. De oom doet een beroep op de opstalverzekering na een brand in zijn woning. De verzekeraar stelt dat zij bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering nooit had gesloten en doet een beroep op artikel 7:930 lid 4 BW.

Uitsluiting dekking

Verzekeringnemer heeft zijn woning via de assurantietussenpersoon tot 2016 verzekerd bij Nationale Nederlanden. In 2015 is de neef van verzekeringnemer en vanaf 2016 ook zijn partner en zoon in een bijgebouw in de tuin gaan wonen. De neef heeft een strafrechtelijk verleden. In november 2016 heeft de tussenpersoon de opstalverzekering overgesloten naar Klaverblad. Het aanvraagformulier is door de werkgever van de tussenpersoon ingevuld en ondertekend en niet door de verzekeringnemer. De vraag ‘Bent u in de laatste acht haar strafrechtelijk veroordeeld of door de politie als verdachte verhoord? Wordt door de werkgever van de tussenpersoon ontkennend beantwoord. Op basis van het aanvraagformulier is de verzekeringsovereenkomst tussen verzekeringnemer en Klaverblad tot stand gekomen.

In 2018 ontstaat door een technische fout een brand in het bijgebouw waarbij de partner van de neef overlijdt. Klaverblad laat vervolgens weten de verzekering op te zeggen vanwege onjuiste informatie. De neef die bij verzekeringnemer inwoonde, blijkt in de acht jaar voor het ingaan van de verzekeringen strafrechtelijk te zijn veroordeeld.

DEKRA heeft een expertiseverslag van de brandschade opgesteld. Klaverblad heeft met verzekeringnemer een overeenkomst van cessie gesloten waarbij verzekeringnemer zijn vordering op de tussenpersoon tot een bedrag van €12.532,35 overdraagt aan Klaverblad. Tussenpersoon is door verzekeringnemer en Klaverblad aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van tussenpersoon. Tussenpersoon erkent een fout te hebben gemaakt bij het aanvraagformulier.

Eerste aanleg

Verzekeringnemer vordert voor recht te verklaren dat verzekeringnemer toerekenbaar tekort is geschoten en/of onrechtmatig heeft gehandeld jegens verzekeringnemer en dat de tussenpersoon de schade die daarvan het gevolg is dient te vergoeden aan verzekeringnemer respectievelijk Klaverblad. Verzekeringnemer stelt dat tussenpersoon in strijd heeft gehandeld met haar zorgplicht en dat zij in de nakoming van de overeenkomst van opdracht toerekenbaar tekort is geschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld.’

De rechtbank heeft in haar eindvonnis de vorderingen van verzekeringnemer toegewezen en tussenpersoon in de proceskosten veroordeeld.

Hoger beroep

Tussenpersoon heeft in hoger beroep twee grieven aangevoerd. In grief 1 voert tussenpersoon aan dat de rechtbank ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat het vereiste causale verband tussen de beroepsfout van tussenpersoon en de gestelde schade aanwezig is. Het geschil tussen partijen of een redelijk handelend verzekeraar bij ware kennis van zaken omtrent het strafrechtelijk verleden van de neef bij ware stand van zaken al dan niet een opstalverzekering zou hebben gesloten zou immers wel relevant zijn. Grief I slaagt voor zover de rechtbank heeft geoordeeld dat de vraag of Klaverblad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat een redelijk handelend verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken omtrent het strafrechtelijk verleden van de neef al dan niet een opstalverzekering zou hebben gesloten, niet relevant is in de verhouding tussenpersoon en verzekeringnemer.

Niet in geschil is tussen partijen dat tussenpersoon een beroepsfout heeft gemaakt. Het betoog van tussenpersoon is echter dat die beroepsfout geen verschil maakt. Ook als de tussenpersoon geen beroepsfout zou hebben gemaakt, heeft verzekeringnemer geen schade, omdat de schade ontstaan door de brand voor vergoeding op grond van de opstalverzekering onder de dekking van de opstalverzekering van Klaverblad valt. Klaverblad beroept zich ten onrechte op artikel 7:930 lid 4 BW. Op grond van artikel 150 Rv dient verzekeringnemer de feiten te stellen en zo nodig te bewijzen, waaruit kan volgen dat door hen geleden schade het gevolg is van de tekortkoming van de tussenpersoon. De informatie die verzekeringnemer aanlevert ter onderbouwing daarvan acht het hof onvoldoende om te kunnen beoordelen of Klaverblad terecht dekking heeft geweigerd met een beroep op artikel 7:930 lid 4 BW. Artikel 7:930 lid 4 BW bepaalt dat geen uitkering is verschuldigd indien de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben afgesloten. Juist omdat Klaverblad per individuele aanvraag beoordeelt of en zo ja onder welke voorwaarden de verzekering wordt geaccepteerd, kunnen alleen de gegevens ‘geweldsmisdrijf/schietincident’‘een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren’ en ‘in 2015 uit detentie gekomen’ onvoldoende invulling geven aan die individuele beoordeling.

Het hof oordeelt dat vooralsnog niet vast is komen te staan dat verzekeringnemer schade heeft geleden. Het hof draagt verzekeringnemer op te bewijzen dat Klaverblad geen uitkering verschuldigd is omdat zij bij ware kennis van zaken als redelijk handelend verzekeraar geen verzekering zou hebben afgesloten.

Voor de gehele uitspraak klik hier

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht en verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

 

Vrouwe Justitia
Menu