Op 4 maart 2022 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak waarin het de vraag was of de rechter de ruimte heeft om op verzoek van een non-binaire persoon (iemand die ervan overtuigd is noch het mannelijke noch het vrouwelijke geslacht te hebben) tot toewijzing van een verzoek te komen dat leidt tot een ‘genderneutrale’ registratie in de registers van de burgerlijke stand.
Bij beschikking heeft de rechtbank drie prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal heeft de Hoge Raad vervolgens geadviseerd om op grond van art. 393 lid 8 af te zien van de beantwoording van de prejudiciële vragen
De betrokkene wordt in de geboorteakte vermeld als zijnde ‘mannelijk’. Betrokkene acht zich non-binair. Betrokkene ondervindt hiervan problemen in de maatschappij, onder andere bij het tonen van diens paspoort waarin ‘mannelijk’ vermeld staat.
De betrokkene vordert dat diens geslacht in de geboorteakte wordt veranderd naar ofwel ‘X’ ofwel ‘van deze persoon geen geslacht is kunnen worden vastgesteld’.
In zijn beschikking heeft de rechtbank overwogen dat in Nederland de registratie van het geslacht in de geboorteakte plaatsvindt op basis van de biologische werkelijkheid. Hiermee wordt beoogd om het maatschappelijk leven te ordenen. De overheid is bevoegd te kiezen hoe deze registratie wordt ingericht. De rechter dient hierom terughoudend te zijn in het honoreren van verzoeken als die van betrokkene.
De Hoge Raad ziet af van beantwoording van de vragen van de rechtbank. De Nederlandse wet heeft geen mogelijkheid tot het wijzigen van de geboorteakte in ‘X’ of een andere genderneutrale aanduiding. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het aan de wetgever is om te kiezen hoe de registratie van non-binaire personen is geregeld. Daarbij wordt verwezen naar een brief van de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap van 3 juli 2020 waarin wordt gesteld dat de genderneutrale registratie in de geboorteakte nog sterk in ontwikkeling is en dat daarom wordt afgewacht tot nadere ontwikkelingen voordat wordt overgegaan tot eventuele wetswijzigingen.
Na beschikking van de rechtbank heeft het Tweede Kamerlid van Ginneken op 30 november 2021 een amendement ingediend bij een wetsvoorstel tot wijziging van de vermelding van het geslacht op de geboorteakte dat ertoe strekt de registratie ‘X’ als geslachtsaanduiding voor non-binaire mensen zonder tussenkomst van de rechter mogelijk te maken. Vervolgens is hernieuwde aandacht gekomen voor genderneutrale registratie in een geboorteakte van de wetgever. Wetgeving op dit terrein is in de nabije toekomst te verwachten. Hierom lenen prejudiciële vragen zich niet voor beantwoording volgens de Hoge Raad. Beantwoording van die vragen zou de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. Zolang er geen wettelijke regeling is, is het aan de rechter om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden.
De volledige uitspraak leest u hier.