Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland een belangrijke uitspraak gedaan over een brandincident in een kalverenstal waarbij verzekeraar Achmea ten onrechte dekking weigerde op grond van “merkelijke schuld”. De uitspraak biedt een interessante inkijk in de voorwaarden van brandverzekeringen en de verantwoordelijkheden van verzekerden.
Achtergrond van de zaak
De Maatschap, een veeteeltbedrijf, had bij Achmea een “Bedrijven Compact Polis” afgesloten, waaronder opstal- en bedrijfsschadeverzekeringen vallen. Op 7 juli 2023 ontstond er brand in een kalverenstal waarbij 112 kalveren omkwamen en aanzienlijke schade werd geleden. De brand ontstond tijdens renovatiewerkzaamheden toen een van de maten van de Maatschap, de heer [naam 1], slijpwerkzaamheden uitvoerde nabij een mestkelder.
Achmea weigerde dekking en beriep zich op “merkelijke schuld”, zoals opgenomen in de polisvoorwaarden. Volgens de verzekeraar had de Maatschap ernstig nalatig gehandeld door slijpwerk uit te voeren boven een met mest gevulde kelder, waaruit brandbare mestgassen konden vrijkomen.
Toedracht van de brand
Uit onderzoek van Achmea bleek dat vonken van het slijpen door de openingen van het stalrooster in de mestkelder terecht waren gekomen, waardoor aanwezige mestgassen in brand vlogen. De Maatschap stelde echter dat de stal eerder was gereinigd, gedesinfecteerd en het mestschuim “teruggespoten”, waardoor de mest “dood” was en geen brandgevaar meer opleverde. Bovendien werd betwist dat er überhaupt zichtbare mestschuim aanwezig was.
Centrale vraag: Is er sprake van merkelijke schuld?
De rechtbank stelt dat merkelijke schuld alleen van toepassing is bij een ernstige mate van nalatigheid waarbij de verzekerde zich bewust had behoren te zijn van het gevaar. Achmea droeg hiervoor de bewijslast.
- Causaal verband: De rechtbank oordeelt dat er voldoende causaal verband is tussen het slijpwerk en het ontstaan van de brand. Vonken van de slijptol bereikten de mestkelder en ontstaken de aanwezige mestgassen.
- Merkelijke schuld: Hoewel het een feit van algemene bekendheid is dat mestgassen brandgevaarlijk zijn, kon niet worden vastgesteld dat [naam 1] wist of had moeten weten dat de mest gevaarlijk was na de reinigingswerkzaamheden. Hij verkeerde in de veronderstelling dat de mest “dood” was door het reinigen en terugspuiten van schuim.
De rechtbank oordeelt dat Achmea niet heeft bewezen dat [naam 1] zich bewust had moeten zijn van het gevaar. De vergelijking met eerdere jurisprudentie (laswerkzaamheden bij een lekbak met wasbenzine) gaat niet op, omdat de specifieke omstandigheden in dit geval anders waren.
Conclusie en uitspraak
Achmea kan zich niet beroepen op “merkelijke schuld” en is gehouden dekking te verlenen voor de brandschade onder de polis. De rechtbank veroordeelt Achmea tot:
- Het vergoeden van de schade conform de polisvoorwaarden, inclusief wettelijke rente;
- Het betalen van buitengerechtelijke kosten (€ 925) en proceskosten (€ 2.223).
Relevantie voor de praktijk
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van merkelijke schuld door verzekeraars. Niet elke onvoorzichtigheid leidt automatisch tot uitsluiting van dekking. Verzekeraars dragen de bewijslast en moeten rekening houden met de specifieke omstandigheden, zoals de redelijke aannames van verzekerden.
Heeft u vragen over uw brandverzekering of wilt u meer weten over de gevolgen van merkelijke schuld? Neem contact met ons op.
Vragen?
Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht, letselschade en verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op. Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem