Hoge Raad over opstalaansprakelijkheid voor parkeerplaats

Een man loopt over een parkeerplaats en struikelt over een klein betonnen blok. De gevolgen zijn zeer ernstig, de man loopt namelijk een dwarslaesie op. In principe moet hij de schade zelf dragen, tenzij hij een ander succesvol aansprakelijk kan stellen. De man probeert dit dan ook door de parkeerplaatshouder aansprakelijk te stellen. De Hoge Raad wees onlangs een arrest in deze zaak.

Ernstig letsel door val op parkeerplaats

Het slachtoffer had zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein van ABN AMRO. Als hij na zijn bezoek tussen de andere auto’s door terugloopt naar zijn eigen auto, struikelt hij over een zogenoemde biggenrug. Een biggenrug is een ovaalvormig obstakel van beton dat vaak op parkeerterreinen wordt geplaatst om te voorkomen dat auto’s te ver doorrijden.

Zoals gezegd loopt de man door de val een dwarslaesie op en stelt hij ABN AMRO aansprakelijk voor zijn schade. De aansprakelijkheid baseert de man primair op artikel 6:174 BW: opstalaansprakelijkheid.

Aansprakelijkheid voor opstal (artikel 6:174 BW)

Artikel 6:174 BW bepaalt dat de bezitter van een opstal in beginsel aansprakelijk is als er schade optreedt door een opstal die “niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert”. Met andere woorden: voor schade veroorzaakt door een gebrekkige opstal is de bezitter van de opstal in principe aansprakelijk.

In deze blog leest u meer over aansprakelijkheid voor opstallen. Bijvoorbeeld wat een ‘opstal’ precies is en wanneer er geen aansprakelijkheid voor een opstal bestaat.

Gebrekkige parkeerplaats volgens het hof

Volgens het slachtoffer voldoet de parkeerplaats niet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en is dus gebrekkig. Het slachtoffer meent dat de biggenruggen niet goed zichtbaar waren tussen de auto’s, omdat de parkeerplaats onoverzichtelijk was ingedeeld.

Zo waren de parkeervakken haaks op elkaar ingedeeld en was er weinig ruimte om tussen de auto’s door te lopen. De parkeerplaats was namelijk kleiner dan werd voorgeschreven voor het aantal aanwezige parkeerplaatsen. Daarnaast waren de biggenruggen niet goed zichtbaar, omdat deze vaak deels onder auto’s lagen verscholen en dezelfde kleur hadden als de weg.

Het hof oordeelt op basis van de stellingen van het slachtoffer dat de kans op verwezenlijking van struikelgevaar geenszins verwaarloosbaar was en ABN AMRO tegen dit gevaar veiligheidsmaatregelen had moeten nemen. Volgens het hof is ABN AMRO aansprakelijk voor de gebrekkige parkeerplaats. Die gebrekkigheid zit dan niet in het feit dat er iets kapot was aan die parkeerplaats, maar omdat de parkeerplaats gevaar oplevert doordat het niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen.

Een deel eigen schuld volgens het hof

Wel rekende het hof na de vaststelling van aansprakelijkheid nog 40% eigen schuld toe aan het slachtoffer. Het slachtoffer had volgens het hof namelijk ook bijgedragen aan het ontstaan van de schade door onvoldoende oplettend langs de auto’s te lopen waarbij hij had kunnen weten dat er biggenruggen lagen. Dit betekent dat ABN AMRO aansprakelijk is, maar wel slechts voor 60% vergoedingsplichtig.

Tegen deze beslissing van het hof ging ABN AMRO in cassatie. ABN AMRO vond namelijk dat het hof bij toepassing van de maatstaf voor gebrekkigheid aan meerdere argumenten van ABN AMRO geen aandacht had besteed.

Maatstaf voor gebrekkigheid

De Hoge Raad benadrukt in zijn arrest allereerst dat voor de beoordeling van de gebrekkigheid van een opstal moet worden gekeken naar een viertal factoren. Deze factoren zijn de kans op schade, de ernst van die schade, de te verwachten mate van oplettendheid van potentiële slachtoffers en de mogelijkheid tot het nemen van veiligheidsmaatregelen.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof deze vier factoren wel correct heeft benoemd, maar er vervolgens niet voldoende aan heeft getoetst. Het hof heeft meerdere stellingen van ABN AMRO niet meegewogen in zijn beoordeling.

Relevante omstandigheden voor gebrekkigheid

Ten eerste is het hof voorbijgegaan aan de argumenten van ABN AMRO dat de kans op schade door een val over een biggenrug niet groot is en dat de ernst van zo’n val vaak meevalt. ABN AMRO ondersteunde dit argument onder andere met het feit dat een val over een biggenrug nog nooit was voorgekomen op hun parkeerterrein. Aan deze stellingen besteedde het hof, volgens de Hoge Raad onterecht, geen aandacht.

Daarnaast stelde ABN AMRO dat het slachtoffer de biggenruggen moet hebben opgemerkt toen hij het parkeerterrein opkwam en dat biggenruggen geen onverwachte obstakels zijn op een parkeerterrein. Deze omstandigheden spelen mee bij de vraag naar de te verwachten oplettendheid van potentiële slachtoffers. Deze oplettendheid zou volgens ABN AMRO groter moeten zijn dan het hof heeft geoordeeld.

Als laatste ging het hof ook niet in op de stellingen van ABN AMRO dat het nemen van veiligheidsmaatregelen bezwaarlijk en onnodig is. Het markeren van biggenruggen zou niet zinvol zijn en waarschuwen door middel van een verkeersbord is erg ongebruikelijk. Ook hier had het hof aandacht aan moeten besteden volgens de Hoge Raad.

Eindoordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende is ingegaan op de verschillende stellingen van ABN AMRO. Hierdoor is geen evenwichtig oordeel geveld over de gebrekkigheid van de parkeerplaats. De uitspraak van het hof wordt dan ook vernietigd.

De Hoge Raad velt zelf geen definitief inhoudelijk oordeel over de gebrekkigheid van de parkeerplaats en verwijst de zaak dan ook naar een ander hof. Dit hof zal, met inachtneming van alle relevante omstandigheden, een nieuwe inhoudelijke beoordeling moeten maken over de gebrekkigheid van de parkeerplaats.

Dit hof kan, met aandacht voor de argumenten van ABN AMRO, alsnog oordelen dat de parkeerplaats gebrekkig is en dat ABN AMRO aansprakelijk is, maar ook dat er geen sprake is van een gebrek en het slachtoffer zijn eigen schade zal moeten dragen.

De volledige uitspraak van de Hoge Raad van 1 december 2023 kunt u hier lezen (ECLI:NL:HR:2023:1674).

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in letselschade en aansprakelijkheidsrecht? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

Een afbeelding van een verkeersbord van een parkeerplaats bij een juridische blog over een arrest van de Hoge Raad over de opstalaansprakelijkheid voor een parkeerplaats.
Menu