Op 10 februari 2022 heeft het Internationaal Gerechtshof in Den Haag Oeganda veroordeeld tot betaling van 284 miljoen euro schadevergoeding aan Congo. Dit bedrag moet worden betaald voor alle schade die Congo door Oeganda heeft geleden in het conflict over de grondstofrijke provincie Ituri tussen 1998 en 2003.

Wat speelde er?

De VN-rechtbank buigt zich al sinds 1999 over het conflict tussen de twee Afrikaanse buurlanden. In 2005 werd Oeganda schuldig bevonden aan schendingen van het internationaal recht door delen van de provincie Ituri te bezetten en gewapende milities te steunen.

Aanvankelijk had de rechtbank de landen opgedragen om zelf te onderhandelen over het bedrag van de schadevergoeding. In 2015 deed Congo echter een beroep op de rechtbank, omdat de besprekingen gestrand waren.

Eerder oordeel over aansprakelijkheid

In 2005 hadden de rechters al geoordeeld dat Oeganda aansprakelijk was voor schade als gevolg van het doden en verdrijven van mensen, kindsoldaten ronselen en het plegen van seksueel geweld. Het exacte slachtoffers en het bedrag konden niet worden bepaald, dus legde de rechtbank forfaitaire bedragen vast. Dit betekent dat er niet wordt gekeken naar de werkelijke schade, maar er een bepaald bedrag wordt vastgelegd.

Oeganda moet nu ongeveer 197 miljoen euro betalen voor schade aan personen, 35 miljoen voor schade aan infrastructuur en gebouwen en 52 miljoen voor de plundering van natuurlijke grondstoffen.

Schadevergoeding

Oeganda moet het geld tot 2026 in vijf jaarlijkse termijn betalen. Congo had een bedrag geëist van meer dan 11 miljard dollar, maar daar ging het Internationaal Gerechtshof niet in mee. Het vonnis is bindend. Hoger beroep is dan ook niet mogelijk.

Klik hier voor de volledige uitspraak.