Procureur-Generaal over schadevergoeding voor gemiste ‘zwarte’ inkomsten door letsel

Een man loopt tijdens een van zijn opdrachten letselschade op. Hij raakt arbeidsongeschikt en loopt inkomsten mis. Een groot deel van zijn inkomsten verdiende hij zwart. Ook deze gemiste ‘zwarte’ inkomsten vordert hij als schade. De zaak komt bij de Hoge Raad. In de conclusie van de procureur-generaal (P-G) voorafgaand aan de uitspraak van de Hoge Raad, wordt ingegaan op de mogelijkheid tot schadevergoeding voor zwart werk.

Zwart werk

Het letselschadeslachtoffer in deze zaak heeft een eigen bedrijf op het gebied van elektronica. Hij koopt en verkoopt elektronische producten en installeert deze ook. Een groot deel hiervan doet hij ‘zwart’. Over meer dan 80% van zijn inkomsten draagt hij geen inkomstenbelasting en premies af.

Tijdens één van zijn opdrachten gaat het mis. Het slachtoffer valt van een ladder en loopt enkelletsel op. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de school waar hij zijn opdracht uitvoerde, Achmea, erkent aansprakelijkheid. Als het slachtoffer verzoekt om vergoeding van zijn verlies aan verdienvermogen, waarbij hij ook zijn zwarte inkomsten meerekent, weigert Achmea dit.

Rechtbank en hof

Achmea vordert bij de rechtbank in een deelgeschil een verklaring voor recht dat de zwarte inkomsten buiten beschouwing moeten worden gelaten bij begroting van de schade door het verlies aan verdienvermogen. De rechtbank weigert dit verzoek. Achmea gaat hiertegen in hoger beroep.

Achmea voert in hoger beroep aan dat het verlies aan verdienvermogen kwalificeert als ‘schade aan een niet-rechtmatig belang’, waarvoor geen recht op schadevergoeding bestaat.

Het hof volgt Achmea hierin niet en verwerpt het hoger beroep. Achmea gaat in cassatie. Onlangs heeft de P-G over dit cassatieberoep zijn conclusie uitgebracht.

Geen schadevergoeding voor zwart werk

Achmea betoogt dat er géén recht op schadevergoeding bestaat voor gederfde inkomsten uit zwart werk. Volgens Achmea is een inkomen uit zwart werk namelijk ‘schade aan een niet-rechtmatig belang’. Vergoeding van dergelijke schade loopt stuk op het relativiteitsvereiste (artikel 6:163 BW). Immers, geen enkele norm strekt tot het beschermen van niet-rechtmatige belangen. Een voorbeeld kan dit verduidelijken.

Niet-rechtmatig belang

Een smokkelaar van verboden middelen wordt tijdens zijn rit aangereden. Hierdoor raakt zijn auto beschadigd én loopt de smokkelaar schade op doordat zijn verboden smokkelwaar kapotgaat. Ten aanzien van de beschadigde auto is de smokkelaar geraakt in een rechtmatig belang. Aan het rijden in een auto is niets onrechtmatigs of illegaals.

Dat is anders ten aanzien van de schade aan zijn verboden smokkelwaar. Het hebben en smokkelen van die middelen is illegaal. De schade die de smokkelaar door het vergaan van zijn voorraad oploopt, kwalificeert dan ook als ‘schade aan een niet-rechtmatig belang’.

Is zwart werk een niet-rechtmatig belang?

Hetzelfde geldt volgens Achmea voor ‘zwart werk’, oftewel inkomsten waarover geen inkomstenbelasting en premies zijn afgedragen. De P-G is het oneens met Achmea. Hij stelt dat de schade van het slachtoffer niet is gelegen in het mislopen van de zwarte inkomsten, maar in het verlies van arbeidsvermogen. Dat is een belang dat zonder meer rechtmatig is, en dus bescherming geniet.

Het feit dat het slachtoffer dit arbeidsvermogen aanwendde om (deels) illegaal inkomsten te verwerven door er geen belasting en premie over te betalen, maakt het arbeidsvermogen an sich nog niet niet-rechtmatig. Om die reden is de cassatieklacht van Achmea dat het slachtoffer geen recht heeft op vergoeding van zijn verlies van arbeidsvermogen dus onterecht ingesteld volgens de P-G.

Wellicht zou dit anders zijn als de werkzaamheden van het slachtoffer zelf verboden waren, bijvoorbeeld als hij illegaal handelde in drugs. Of er in deze andere situatie ook een recht op schadevergoeding voor verlies aan arbeidsvermogen bestaat, komt in deze zaak niet aan bod omdat het werk dat het slachtoffer uitvoerde gewoon legaal was.

Schadebegroting

Gelet op bovenstaande komen dus niet de gemiste inkomsten uit het zwarte werk als zodanig voor vergoeding in aanmerking, maar het verlies aan verdienvermogen in het algemeen. Voor de schadebegroting hiervan, moet volgens de P-G niet worden aangesloten bij de inkomsten van het slachtoffer die hij daadwerkelijk uit het zwarte werk verdiende. Over die inkomsten is namelijk geen belasting en premie afgedragen.

Voor de schadebegroting zal daarom in beginsel moeten worden aangeknoopt bij het nettobedrag dat het slachtoffer zou hebben verdiend als hij zijn werkzaamheden ‘wit’ zou uitvoeren. Dat kan bijvoorbeeld worden berekend door over het ‘zwarte’ bedrag alsnog (fictief) premies en belastingen te heffen.

Conclusie

De heersende leer over schadevergoeding wegens gemiste inkomsten uit zwart werk houdt in dat een slachtoffer dat arbeidsongeschikt is geraakt en hierdoor zwarte inkomsten misloopt, recht heeft op een vergoeding voor zijn verlies aan arbeidsvermogen. Voor de berekening van dit verlies aan arbeidsvermogen kan worden aangeknoopt bij de hoogte van de zwarte inkomsten, zij het dat deze moeten worden omgezet naar een nettobedrag.

De uitspraak van de Hoge Raad is nog niet gewezen. De Hoge Raad kan de conclusie van de P-G volgen, maar kan ook een andere uitspraak doen.

De volledige conclusie van de P-G van 22 december 2023 is hier te lezen (ECLI:NL:PHR:2023:1203)

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht, verzekeringsrecht en letselschade? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

Tekening van geld bij artikel over uitspraak Hoge Raad vergoeding inkomsten zwart geld bij letselschade
Menu