Voordeelstoerekening bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering, hoe oordeelt de rechtbank?

Er kunnen zich situaties voordoen waarin een benadeelde in wezen profiteert van een schadegebeurtenis.

De benadeelde kan namelijk in een voordeligere positie komen dan voor het ongeval, doordat er sprake is van overcompensatie.  Er dient dan te worden gekeken of deze voordelen moeten worden verrekend met de schadevergoeding. Dit wordt voordeelstoerekening genoemd.

De rechtbank Limburg heeft onlangs een interessante uitspraak gedaan ten aanzien van de voordeelstoerekening. Het betrof de vraag of de uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: AOV) verrekend moesten worden met de schadevergoeding voor arbeidsvermogensschade die een aansprakelijkheidsverzekeraar moet betalen na een ongeval.

Verkeersongeval en verzekeringen

De zaak betrof een vrouw (hierna: verzoeker) die als passagier van een bus tijdens haar reis in Mexico in 2015 betrokken was geraakt bij een verkeersongeval waarbij ze meervoudig letsel heeft opgelopen. Als gevolg hiervan raakte zij arbeidsongeschikt.

Amlin, de verzekeraar van reisorganisatie Djoser, erkende de aansprakelijkheid voor het ongeval. De verzoeker had een eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten bij Movir, die haar een uitkering verstrekte na het ongeval.

De kern van het geschil was of deze uitkeringen verrekend moesten worden met de arbeidsvermogensschade die Amlin aan de verzoeker moest vergoeden. Amlin vond van wel, maar verzoeker vond van niet.

De verzoeker heeft bij de rechtbank onder meer verzocht dat de AOV niet als voordeel dient te worden verrekend en legt daaraan ten grondslag dat de gesloten AOV een sommenverzekering is. Op grond van de geldende jurisprudentie is er bij een sommenverzekering volgens haar geen plaats voor verrekening van de uitkeringspenningen uit hoofde van de AOV met de schade ten titel van verlies van verdienvermogen. Amlin voert verweer dat in dit geval wel degelijk verrekening dient plaats te vinden.

Voordeelstoerekening ex artikel 6:100 BW

In artikel 6:100 BW is het volgende bepaald:

Heeft eenzelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet, voor zover dit redelijk is, dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening worden gebracht.”

Voordeelstoerekening is geregeld in artikel 6:100 BW en vloeit voort uit het uitgangspunt dat de benadeelde van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk te stellen is, aanspraak kan maken op volledige vergoeding van de werkelijk hierdoor geleden schade. Een ongeval kan ervoor zorgen dat een slachtoffer in een voordeligere positie terechtkomt dan voorheen. De wetgever wilt hiermee voorkomen dat een slachtoffer (aanzienlijk) beter wordt dan voor de gebeurtenis die hem schade heeft toegebracht.

Wij hebben eerder al een uitgebreide blog geschreven over voordeelstoerekening. Kik hier om meer te lezen over dit leerstuk.

Rechtbank: 50% verrekenen

De rechtbank volgt het standpunt van partijen dat de AOV in onderhavig geval in overwegende mate een sommenverzekering is. Dit betekent dat de uitkering niet direct gekoppeld is aan de daadwerkelijk geleden schade, maar aan de verzekerde som.

Echter, omdat de uitkering feitelijk dient ter compensatie van inkomensderving, is er tevens een aspect van schadeverzekering aanwezig. Hiernaast stelde de rechtbank vast dat er een direct verband is tussen het ongeval en de uitkering van de AOV. Indien het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden, zou er geen uitkering zijn geweest. Verder oordeelde de rechtbank dat, hoewel de AOV een sommenverzekering is, de aanzienlijke mate van overcompensatie van de verzoeker zonder voordeelstoerekening niet redelijk zou zijn. De verzoeker zou jaarlijks immers minimaal € 46.000,- meer ontvangen dan haar gemiddelde jaarinkomen vóór het ongeval. Dit leidt tot een overcompensatie van ruim € 2,7 miljoen over de verwachte uitkeringsperiode.

Gelet op het bovenstaande oordeelde de rechtbank dat de helft van de AOV-uitkeringen verrekend dient te worden met de te betalen arbeidsvermogensschade. Gezien de aanzienlijke mate van overcompensatie vond de rechter dit redelijk. De rechtbank vindt evenwicht in het midden en oordeelt dat het redelijk is om 50% van de AOV-uitkeringen als voordeel te verrekenen. De rechtbank heeft de gezichtspunten uit het welbekende Verhaeg/Jenniskens arrest in acht genomen. Het feit dat Djoser aansprakelijk is op grond van risicoaansprakelijkheid speelt hiernaast ook een rol van betekenis. Daarnaast moet Amlin 50% van de AOV-premies over de jaren 2014 en 2015 vergoeden, omdat deze periode vóór het ongeval viel en geen uitkeringen aan de verzoeker zijn gedaan.

Conclusie

De rechtbank hakt de knoop dus dwars door het midden door. De uitkeringen uit de arbeidsongeschiktheidsverzekering moeten voor de helft worden verrekend met de schadevergoeding die de aansprakelijke partij (diens aansprakelijkheidsverzekeraar) moet betalen.

Deze uitspraak draagt bij aan een trend die lijkt te ontstaan in de rechtspraak over dit onderwerp. Eerder werd ook al eens geoordeeld dat verrekening voor de helft redelijk werd geacht.

Klik op deze link voor de volledige uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 april 2024 (ECLI:NL:RBLIM:2024:1878).

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheidletselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

 

tekening van twee euromunten die vanuit verschillende kanten rollen richting een slachtoffer letselschade
Menu