Verzekeraar moet bijspringen bij koop duurder huis letselschadeslachtoffer

Iemand loopt letsel op. Het huis moet worden aangepast, maar dat kan niet. Verhuizen is de enige optie. Moet de aansprakelijkheidsverzekeraar financieel bijspringen bij de koop van een passend, maar duurder huis?

De rechtbank Midden-Nederland geeft haar oordeel.

Het letsel

Verzoeker in deze zaak heeft knieletsel opgelopen tijdens een verkeersongeval. Daardoor maakt hij in huis gebruik van krukken en een rollator en buitenshuis van een rolstoel en/of scootmobiel. Het gebruiken van de krukken en de rollator is fysiek belastend. Daarom zou het beter zijn als hij in huis een trippelstoel zou kunnen gebruiken. Maar de huidige woning van verzoeker is daarvoor niet geschikt.

Een passende woning

Door een deskundige is onderzocht waar een passende woning aan moet voldoen. Met het beschikbare budget van verzoeker kan hij niet een woning kopen die voldoet aan die vereisten. Dergelijke woningen zijn ongeveer € 300.000,– duurder dan zijn beschikbare budget (en financieringsmogelijkheden).

Verzoeker vindt dat de aansprakelijkheidsverzekeraar moet zorgen dat hij een dergelijke passende woning kan kopen, want alleen dan wordt verzoeker zo veel mogelijk gebracht in de situatie zoals die was vóór het ongeval. Hij was immers gewend aan een woning met een tuin.

De verzekeraar vindt dat verhuizen naar een appartement  dat passend wordt gemaakt adequaat is. Partijen komen er niet uit en dus begint verzoeker een deelgeschilprocedure.

Het oordeel van de rechter

De rechter geeft verzoeker gelijk:

Univé moet de schade die [verzoeker] lijdt, vergoeden. Partijen zijn het er over eens dat [verzoeker] een andere woning moet betrekken. Indien en voor zover [verzoeker] financieel gezien niet in staat is een andere woning te kopen, zal Univé op  een manier in dat – nog nader vast te stellen – financiële tekort moeten voorzien. Als dat van Univé niet gevergd zou mogen worden, zou dat er immers op neer komen dat het feitelijk onmogelijk is dat [verzoeker] daadwerkelijk in een andere woning gaat wonen. Dan zou afbreuk worden gedaan aan het principe van volledige schadevergoeding.”

Verhuizen naar een appartement is volgens de rechtbank niet adequaat:

De rechtbank stelt voorop dat Univé de schade die [verzoeker] door het ongeval lijdt volledig moet vergoeden. Dit uitgangspunt volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 5 december 2008 (NJ 2009/387). In dit arrest heeft de Hoge Raad beslist dat een benadeelde in een situatie moet worden gebracht die zoveel mogelijk vergelijkbaar is met de situatie zoals die zou zijn als het ongeval niet zou zijn gebeurd, en dat dat leidend is bij het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding.

[verzoeker] woont nu in een 2-onder-1-kapwoning met tuin. De rechtbank vindt alleen daarom al dat een appartement geen recht doet aan het uitgangspunt dat schade volledig vergoed moet worden. Met [verzoeker] is de rechtbank van oordeel dat een appartement geen passend alternatief is en een verslechtering van zijn woonsituatie zou zijn.”

Vervolgens komen partijen overeen dat de verzekeraar de kosten van verhuizing,  de kosten die gemaakt moeten worden om een woning geschikt te maken en eventuele extra netto rentelasten als schade zal vergoeden.

Om verzoeker in staat te stellen het duurdere huis te kunnen kopen zal de verzekeraar garant staan voor het gedeelte van de koopsom waarvoor verzoeker zelf geen hypothecaire lening kan krijgen.

Verrekening van voordeel?

De laatste vraag is of verzoeker door de koop van het duurdere huis zodanig voordeel geniet, dat dit voordeel moet worden verrekend met de schadevergoeding van de verzekeraar. Artikel 6:100 BW bepaalt immers:

Heeft een zelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet, voor zover dit redelijk is, dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening worden gebracht.

De rechter wijst er eerst op dat verrekening van voordeel alleen plaatsvindt als er werkelijk concreet voordeel is geleden of naar redelijke verwachting daadwerkelijk genoten gaat worden. Daarnaast wijst de rechter erop dat er alleen sprake kan zijn van voordeel als het feitelijk nadeel volledig is gecompenseerd.

Vervolgens oordeelt de  rechter dat niet is voldaan aan deze vereisten:

De rechtbank is het met Univé eens dat als [verzoeker] eigenaar wordt van een duurder, groter huis, dat hem dat voordeel kan opleveren in de zin van artikel 6:100 BW. Of en wanneer dat voordeel zich verwezenlijkt is naar het oordeel van de rechtbank niet duidelijk. Het wonen in een groter, duurder huis is op zich geen voordeel voor [verzoeker] ; daardoor wordt hij immers juist in staat gesteld om te leven en wonen zoals hij deed voordat hem het ongeval overkwam. Door de eigendom van een duurder huis neemt zijn vermogen toe, maar daarvan geniet hij pas daadwerkelijk voordeel als hij het huis verkoopt of er op een andere manier financieel voordeel aan ontleent. Of en wanneer dat zo zal zijn en welk bedrag daarmee gemoeid zal zijn is niet op voorhand vast te stellen. De prijzen van huizen (en daarmee de waarde van zowel zijn huidige huis als zijn aan te kopen huis) fluctueren immers en een waardestijging of -daling is niet goed te voorspellen, en of en wanneer dat aan de orde zal zijn is ook niet op voorhand vast te stellen. Daarom kan niet worden gezegd welk voordeel [verzoeker] geniet of – naar redelijkerwijs valt te verwachten – zal genieten van het feit dat hij eigenaar zal zijn van een duurder huis. Verder geldt ook hier dat als een eventuele vermogensvermeerdering reeds nu als voordeel wordt verrekend met de te vergoeden schade, dit tot gevolg heeft dat het hem in feite onmogelijk wordt om een andere woning aan te kopen en/of aan te laten passen en te betrekken. Verrekening van mogelijk voordeel door een toename van het vermogen van [verzoeker] is nu niet redelijk.

Het ligt in de rede dat partijen afspraken maken over hoe bij een eventuele verkoop van de (nog aan te schaffen) aangepaste woning wordt omgegaan met het verschil in waarde tussen de huidige woning en de aangepaste woning, op het moment van verkoop van de aangepaste woning.”

Lees hier de volledige beschikking van 18 december 2019.

Het principe van volledige schadevergoeding

Het letselschadeslachtoffer kan dus een huis kopen dat kan worden aangepast aan zijn situatie. Dat het een duurder huis is doet niet af aan de verplichting van de aansprakelijke partij (en diens verzekeraar) om dit als schade te vergoeden.

Het beginsel blijft immers dat het letselschadeslachtoffer zo veel mogelijk wordt gebracht in een situatie zoals die was vóór de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis. Als het letselschadeslachtoffer gewend was te wonen in een huis met tuin, dan kan dus niet van hem worden verwacht dat hij genoegen neemt met een appartement. Van opkomend voordeel hoeft vervolgens nog niet automatisch sprake te zijn.

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een letselschade advocaat? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

 

logo rechtspraak
Menu