Sport en risico zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Schaafwonden op de knieën na een voetbalwedstrijd of een blessure na een bokstraining zijn geen zeldzaamheid. Maar waar risico is, ligt aansprakelijkheid op de loer. Verwezenlijkt een risico zich en treedt er schade op die door een ander (of onder diens risicosfeer) is ontstaan, dan kan die ander hiervoor worden aangesproken. Of de ander met succes kan worden aangesproken hangt af van het antwoord op de vraag of aan de vereisten voor aansprakelijkheid is voldaan. Aan de hand van een recente uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam bespreek ik hieronder de aansprakelijkheid tijdens sport.
Tackle tijdens voetbalwedstrijd
In de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam ging het om een voetbalspeler die tijdens een voetbalwedstrijd zijn tegenstander tackelt. De tegenstander loopt hierbij een ernstige dubbele beenbreuk op. Hij is van mening dat de speler die hem tackelde onrechtmatig heeft gehandeld en vordert een schadevergoeding.
Onrechtmatige daad
De aansprakelijkheid tijdens sport wordt vaak gebaseerd op artikel 6:162 BW. Dit artikel houdt in dat als iemand een ‘onrechtmatige daad’ pleegt hij, onder nog enkele andere voorwaarden, de schade van het slachtoffer moet vergoeden. Van een onrechtmatige daad kan onder meer sprake zijn in het geval van gevaarzetting.
Gevaarzetting
Gevaarzetting is het laten ontstaan of niet verhelpen van een situatie die gevaarlijk kan zijn voor anderen. Of de gevaarzetting ook echt tot onrechtmatigheid leidt, hangt af van de specifieke situatie. Bij die beoordeling wegen verschillende factoren mee. Dit zijn onder andere de kans dat er een ongeluk gebeurt door de gevaarlijke situatie, de ernst van het mogelijke ongeluk of de mogelijkheid om veiligheidsmaatregelen te nemen. Hierbij speelt ook mee hoe waarschijnlijk het is dat de mogelijke slachtoffers bedachtzaam zijn op het gevaar. Hier leest u meer over gevaarzetting en de zogenoemde ‘Kelderluik’-criteria.
Aansprakelijkheid tijdens sport
De aansprakelijkheid tijdens sport wordt ook aan de hand van bovenstaande gevaarzettingsfactoren beoordeeld. Bij deze beoordeling wordt er echter wel rekening gehouden met de bijzondere risico’s die aan sport zijn verbonden. Tegen het geven van een schouderduw tegen een willekeurig persoon op de stoep wordt anders aangekeken dan tegen een speler op het voetbalveld. De grens voor aansprakelijkheid tijdens het sporten is hoger dan in het dagelijks leven. Dit principe komt goed naar voren in de betreffende uitspraak:
“De vraag of een deelnemer aan een sport als voetballen onrechtmatig heeft gehandeld door een gedraging waardoor aan een andere deelnemer letsel is toegebracht, moet minder spoedig bevestigend worden beantwoord dan wanneer die gedraging niet in het kader van de sportbeoefening zou hebben plaatsgevonden. De deelnemers aan een sport als voetballen hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl gedragingen die een overeenkomstig gevaar in het leven roepen, buiten het kader van de sport door de deelnemers aan het maatschappelijk verkeer als regel niet van elkaar behoeven te worden verwacht en mede daarom veelal niet aanvaardbaar zijn.”
Het Hof: is de tackle onrechtmatig?
Aan het Hof de taak om te beoordelen of de tackle van de voetbalspeler een onrechtmatige daad oplevert. Voor deze beoordeling heeft het Hof gebruikgemaakt van verschillende verklaringen van de medespelers en tegenstanders van het slachtoffer. Het ging hierbij vooral om de vraag of het slachtoffer nog aan de bal was toen de tegenstander hem tackelde. En of de tegenstander een normale of buitengewoon gevaarlijke tackle maakte.
Wat betreft beide vragen raakt het Hof niet overtuigd van het betoog van het slachtoffer. De getuigen van beide teams hebben in de verklaringen hun eigen speler het voordeel van de twijfel gegeven. Hierdoor blijkt er niet één duidelijk feitencomplex uit de verklaringen. Ook de verklaringen van de scheidsrechter en de grensrechters konden geen uitsluiting bieden. De tegenstrijdigheid van de verklaringen komt voor risico van het slachtoffer, omdat het slachtoffer de schadevergoeding vordert en hij hiervoor het bewijs moet geven. Hierin slaagt hij niet en het Hof gaat er dan ook van uit dat het slachtoffer in balbezit was toen hij werd getackeld en dat deze tackle een relatief ongevaarlijke ‘sliding’ tackle betrof.
Voor de overtreding is de speler door de scheidsrechter (na afloop van de wedstrijd) bestraft met een rode kaart en van de KNVB kreeg de speler een wedstrijdverbod van vijf maanden. Het feit dat een dergelijke straf is opgelegd en de tackle in strijd was met de spelregels betekent volgens het Hof niet dat de tackle ook meteen onrechtmatig is. Het overtreden van de spelregels is wel een omstandigheid die de rechter kan meenemen in zijn beoordeling, maar is niet altijd van doorslaggevende betekenis.
Het oordeel van het Hof
Uiteindelijk komt het Hof tot het oordeel dat de tackle niet onrechtmatig was. Het slachtoffer heeft niet kunnen bewijzen dat de actie zodanig gevaarlijk was dat het tot onrechtmatigheid leidt. Was dit wel vast komen te staan, dan zou de hoge aansprakelijkheidsgrens voor sportsituaties misschien wel zijn overschreden.
Vaststellen van onrechtmatigheid blijft afhankelijk van het specifieke geval. Binnen de sport moet hierbij rekening worden gehouden met de risico’s die hierbij horen. Het gevolg is dat er niet zo gauw sprake is van onrechtmatige daad.
De uitspraak van het Hof Amsterdam kunt u hier lezen.
Vragen?
Heeft u vragen of zoekt een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht en verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op.
Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem