Strafrechtelijke vrijspraak staat civielrechtelijke aansprakelijkheid niet in de weg

19 June 2025
Strafrechtelijke vrijspraak staat civielrechtelijke aansprakelijkheid niet in de weg

Slachtoffers van geweldsincidenten kunnen zich vaak voegen als benadeelde in een strafzaak, maar kunnen daarnaast ook een civiele procedure starten. Een strafzaak leidt soms tot vrijspraak van de verdachte en dat betekent dat alle vorderingen in deze procedure niet-ontvankelijk worden verklaard. Heeft deze strafrechtelijke vrijspraak dan mogelijk gevolgen voor een eventuele vordering in het civiele recht? De rechtbank Den Haag heeft op 19 juni 2024 uitspraak gedaan en kunt u hier teruglezen.

Het incident en de strafzaak

In de avond van 6 mei 2020 wordt een man (hierna: slachtoffer) in de deuropening van zijn woning van dichtbij beschoten. De reden van deze beschieting lijkt voort te komen uit overspel van de vriendin van de schutter. Het slachtoffer is in zijn kaak geschoten en de kogel is zijn hoofd gekomen en heeft via zijn hals het lichaam verlaten. Het slachtoffer wordt vervolgens op 11 mei geopereerd en heeft psychische klachten ontwikkeld als gevolg van de beschieting. Het slachtoffer wordt onder behandeling gesteld van een psycholoog, die PTSS en depressie vaststelt.

In de strafzaak is de verdachte in eerste aanleg veroordeeld, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof stelt daarentegen vast dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte de schutter is geweest. De door getuigen opgegeven signalement komt niet overeen met het signalement van de verdachte en daarnaast zijn er geen sporen gevonden van de verdachte op de twee aangetroffen hulzen. Ook heeft het slachtoffer wisselend en innerlijk tegenstrijdig verklaard over relevante feiten en omstandigheden. Mede gelet op een getuigenverklaring sluit het hof niet uit dat het slachtoffer zelf in het criminele milieu verkeert. De beschieting kan mogelijk hieruit voortkomen. De verdachte is vrijgesproken door het hof en alle vorderingen zijn niet-ontvankelijk verklaard.

De civiele vordering

Het slachtoffer heeft vervolgens een civiele procedure gestart om mogelijk alsnog genoegdoening te behalen, nu de verdachte is vrijgesproken in de strafzaak. Het slachtoffer stelt hem (hierna: gedaagde) aansprakelijk op grond van de onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW. Er is volgens het slachtoffer toerekenbaar onrechtmatig gehandeld door op hem te schieten.

Het verweer van de mogelijke schutter

De gedaagde heeft grotendeels hetzelfde verweer gevoerd als in de strafzaak. Volgens hem voldoet hij niet aan het signalement van de schutter, is er geen forensisch bewijs gevonden op de aangetroffen hulzen en is er volgens hem aan alternatief scenario aannemelijk. Het slachtoffer verkeerde immers zelf in het criminele milieu en de beschieting kon daaruit voortkomen. Ook heeft de gedaagde betoogd dat het feit dat het hof de voorlopige hechtenis uit de strafzaak heeft opgeheven, erop duidt dat hij niet de schutter kon zijn.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt voorop dat de strafrechtelijke vrijspraak door het hof niet in de weg hoeft te staan aan het aannemen van civielrechtelijke aansprakelijkheid. De civiele rechter maakt een eigen afweging op basis van het in de civiele procedure vastgestelde feitencomplex. Er moet worden beoordeeld of sprake is van een redelijke mate van zekerheid dat het desbetreffende feit zich heeft voorgedaan. Deze beoordeling ligt lager dan de bewijslat in het strafrecht, waar de rechter op grond van wettig en overtuigend bewijs moet vaststellen of het ten laste gelegde feit buiten redelijke twijfel is komen vast te staan. Kort gezegd, de civiele rechter is vrij in zijn beoordeling en hoeft aan minder strenge bewijscriterium te voldoen dan de strafrechter.

Het slachtoffer heeft de vordering concreet toegelicht en onderbouwt met verwijzing naar het strafdossier. De rechtbank oordeelt dat met een redelijke mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat het slachtoffer op 6 mei 2020 is beschoten door de gedaagde. De rechtbank komt tot dit oordeel door de feiten en omstandigheden. Zo blijkt onder meer dat de gedaagde wist van het overspel, hij het slachtoffer eerder met de dood heeft bedreigd en dat hij een GPS-tracker in de auto van zijn vriendin plaatste en haar meerdere malen heeft gevolgd naar de woning van de gedaagde. Ook blijkt uit camerabeelden dat de gedaagde ten tijde van het schietincident in de buurt was van de woning waar het slachtoffer is neergeschoten.

Conclusie

De rechtbank komt tot de beoordeling dat de gedaagde aansprakelijk is en veroordeelt hem tot betaling van een schadevergoeding van ruim € 21.000,– aan het slachtoffer en zijn vriendin. Deze zaak kenmerkt het verschil tussen de beoordeling van een civiele rechter en een strafrechter. De civiele rechter hoeft aan minder strenge beoordelingsvereisten te voldoen om tot een veroordeling te komen. Vrijspraak in een strafzaak hoeft dus niet in de weg te staan aan een civielrechtelijke veroordeling.

Lees ook: Vorderen van letselschade in een strafprocedure en daarna ook in een civiele procedure

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een  advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht ? Neem vrijblijvend  contact  op.

Schaderecht Advocatuur is een advocatenkantoor gespecialiseerd in  aansprakelijkheid letselschade  en  verzekeringsrecht.

Schaderecht Advocatuur | info@schaderecht.nl | 085 800 8080 |  Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

 

 

Gerelateerde blogs

20 November 2023
Rechtbank over groepsaansprakelijkheid (artikel 6:166 BW)
Afbeelding groep mensen bij blog over groepsaansprakelijkheid en artikel 6:166
Lees deze blog
23 March 2021
Letselschade en zwarte inkomsten
foto van een timmerman bij het artikel over letselschade en zwarte inkomsten
Lees deze blog
16 February 2020
Hagelschade tijdens storm verzekerd? Dominant cause-leer
logo rechtspraak
Lees deze blog