Inzittende trekt aan handrem, wie is dan de bestuurder?

Vier voetballers zijn na hun wedstrijd onderweg naar een feest. Eén van de inzittenden op de achterbank trekt opeens aan de handrem. Het busje raakt in de slip en de bestuurder loopt zeer ernstige letselschade op. Voor de opgelopen (letsel)schade doet de bestuurder een beroep op de WAM-verzekering (dit is de verzekering die aansprakelijkheid  voor schade door een motorrijtuig dekt). Het hof oordeelt dat dit niet mogelijk is, omdat schade aan de bestuurder is uitgesloten. De zaak komt bij de Hoge Raad omdat het de vraag is of de bestuurder nog wel de bestuurder is, als een ander aan de handrem trekt.

Voordat de Hoge Raad uitspraak doet adviseert de advocaat-generaal over deze vraag. De advocaat-generaal  denkt er anders over dan het hof, zo blijkt uit zijn conclusie.

Verkeersongeval

De veroorzaker van het ongeval en een andere persoon op de achterbank raken slechts lichtgewond. De bijrijder moet echter naar het ziekenhuis en overlijdt aan zijn verwondingen. De bestuurder loopt ernstig hersenletsel op. Om die reden is hij sindsdien arbeidsongeschikt. Daarnaast staat hij onder bewind, omdat hij niet meer voor zijn eigen financiën kan zorgen.

Door het ongeval heeft de bestuurder dan ook veel schade opgelopen. Het busje was verzekerd voor de WAM en de bestuurder doet daar een beroep op. De verzekeraar beroept zich echter op de uitzondering dat een ‘bestuurder’ geen beroep kan doen op de WAM-verzekering als hij het motorrijtuig bestuurde dat het ongeval veroorzaakte.

In deze zaak gaat het in de kern om de vraag wanneer men kwalificeert als ‘bestuurder’? Voor ik dat onderwerp bespreek, zal ik eerst kort aandacht besteden aan de WAM-verzekering in zijn algemeenheid.

WAM-verzekering

De WAM-verzekering is een verzekering die voor ieder motorrijtuig verplicht moet worden afgesloten. De verzekering dekt tegen aansprakelijkheid van de bestuurder of inzittenden van het verzekerde motorrijtuig (artikel 3 lid 1 WAM). In de praktijk heeft dat de volgende uitwerking.

Een verkeersslachtoffer dat is aangereden door een auto kan de bestuurder van die auto aansprakelijk stellen, bijvoorbeeld op grond van de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). De bestuurder die voor de WAM is verzekerd zal, behoudens enkele uitzonderingen, een beroep kunnen doen op die WAM-verzekering. Hierdoor hoeft hij niet uit eigen zak de schadevergoeding aan het slachtoffer te betalen; dat doet de WAM-verzekeraar.

Daarnaast maakt de WAM het ook mogelijk om als slachtoffer zelf het recht op schadevergoeding jegens de verzekeraar in te roepen. Dit wordt ook wel het ‘eigen recht’ genoemd.

Uitzondering voor letsel van de bestuurder

Op het recht op vergoeding onder de WAM bestaan echter enkele uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen is artikel 4 lid 1 WAM. Hierin staat dat de WAM-verzekering niet hoeft te dekken de aansprakelijkheid voor schade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.

Op basis van deze mogelijkheid in de wet kunnen verzekeraars bij het maken van hun polis opnemen dat schade aan de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig niet wordt gedekt.

Oordeel hof

Deze uitzondering had ook de WAM-verzekeraar van het busje opgenomen. Dit leidt ertoe dat de ernstig gewonde bestuurder géén recht heeft op vergoeding van zijn schade. Hij was namelijk de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakte.

Althans, zo oordeelde het hof.

Bestuurder, of toch niet?

Na de uitspraak van het hof ging de bestuurder naar de Hoge Raad. Hij betoogt in cassatie dat hij helemaal niet kwalificeert als ‘bestuurder’. Het was immers een inzittende die aan de handrem trok en het ongeval veroorzaakte. Díe persoon was op dat moment de bestuurder. En de persoon die slechts op de bestuurdersstoel zat, was vanaf dat moment geen bestuurder meer en heeft dus wel recht op vergoeding.

advies advocaat-generaal

De A-G volgt dit betoog. Ter onderbouwing heeft de A-G verschillende definities van de term ‘bestuurder’ naast elkaar gezet. Onder andere bespreekt hij de betekenis van ‘bestuurder’ zoals het Benelux-Gerechtshof deze hanteert en het bestuurderschap in de WVW en RVV. Ook gaat de A-G in op het bestuurdersbegrip in de zin van de Belgische WAM.

Uit deze definities tezamen creëert de A-G een eigen definitie, namelijk “of de oorspronkelijke bestuurder de feitelijke controle over het motorrijtuig verliest doordat een ander hem deze controle ontneemt.” Hierbij gaat het er dus om dat een andere persoon, zoals in dit geval de inzittende op de achterbank, de controle van het motorrijtuig ontneemt. Is dat het geval, dan komt er een einde aan het bestuurderschap van de oorspronkelijke bestuurder en kan de WAM-verzekeraar geen beroep meer doen op de uitzondering van art. 4 lid 1 WAM.

Conclusie: geen controle, geen bestuurder

Op basis van bovenstaande definitie kwalificeert het betreffende letselschadeslachtoffer, volgens de A-G, niet (langer) als bestuurder vanaf het moment dat de inzittende aan de handrem trekt. Vanaf dat moment wordt de oorspronkelijk bestuurder ontnomen van zijn controle over het busje: bijsturen of remmen heeft geen enkele zin meer in de slip.

De A-G concludeert dan ook tot vernietiging van het arrest van het hof. Of het letselschadeslachtoffer ook door de Hoge Raad in het gelijk wordt gesteld, en dus een geslaagd beroep kan doen op de WAM-verzekering, is nog niet bekend. De Hoge Raad kan de conclusie van de A-G volgen, maar kan ook een andere uitspraak doen.

100% BOB, 0% dekking

Te hopen valt dat de Hoge Raad de conclusie van de A-G volgt. Zou de Hoge Raad oordelen dat de persoon in deze zaak als bestuurder kwalificeert, dan wordt daarmee het begrip ‘bestuurder’ ruim uitgelegd. Wordt het bestuurdersbegrip ruim uitgelegd, dan kunnen er situaties ontstaan waarin de (letsel)schade van de bestuurder bij geen enkele verzekering kan worden vergoed. Immers sluit de WAM-verzekering vergoeding uit, terwijl ook andere verzekeringen geen dekking bieden (een AVP heeft bijvoorbeeld standaard een uitsluiting motorrijtuigen), dan kan de bestuurder bij geen verzekering terecht met zijn letselschade.

Er kunnen schrijnende situaties ontstaan waarin bijvoorbeeld de BOB die bewust onbeschonken achter het stuur plaatsneemt om zijn beschonken passagiers veilig thuis te brengen, geen aanspraak maakt op een verzekering als hij gewond raakt doordat een passagier aan de handrem trekt bijvoorbeeld.

De volledige conclusie van de A-G van 15 december 2023 is hier te lezen (ECLI:NL:PHR:2023:1166).

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht en letselschade? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

Menu