Geen werkgeversaansprakelijkheid voor letsel gedetineerde die arbeid verricht

Een gedetineerde verricht werkzaamheden in de gevangenis. Hij werkt op de afdeling metaalbewerking. Tijdens het schuren van metalen plaatjes raakt hij bekneld in de bandschuurmachine. Hij verliest twee vingers.

Voor de letselschade die hij lijdt, stelt hij de Staat der Nederlanden aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW (werkgeversaansprakelijkheid) en op grond van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad).

Geen arbeidsovereenkomst

De kantonrechter oordeelt dat er weliswaar sprake is van het verrichten van arbeid, van het bestaan van een gezagsverhouding én van het ontvangen van loon, maar dat er desondanks geen sprake is van een arbeidsovereenkomst omdat de arbeidsovereenkomst zelf ontbreekt.

Vanwege het ontbreken van een arbeidsovereenkomst oordeelt de kantonrechter dat de gedetineerde geen beroep toekomt op artikel 7:658  BW, waarin de werkgeversaansprakelijkheid is geregeld.

Werkgeversaansprakelijkheid zonder arbeidsovereenkomst?

De kantonrechter beoordeelt vervolgens of de gedetineerde een beroep toekomt op lid 4 van artikel 7:658 BW.

In lid 4 staat dat iemand die  ter uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, als een werkgever aansprakelijk is voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt.

De kantonrechter oordeelt echter dat de arbeid die werd verricht door de gedetineerde niet werd verricht ter uitoefening van het beroep of bedrijf van de gevangenis. Daarbij neemt de kantonrechter vooral in overweging dat de metaalbewerking niet ook zou kunnen worden verricht door de werknemers van de gevangenis:

De personeelsleden van de PI houden zich immers bezig met het reilen en zeilen van de PI zelf. Op het moment dat om wat voor reden geen werk zou worden verricht door gedetineerden, zouden deze werkzaamheden (het slijpen van plaatjes) niet worden overgenomen door het personeel van de PI.

De werkzaamheden zijn speciaal in het leven geroepen om gedetineerden, op basis van de wettelijke regeling, een zinvolle tijdsbesteding te geven en hen voor te bereiden op terugkeer in de maatschappij. Het verrichten van werkzaamheden door een gedetineerde valt daarom niet binnen het toepassingsbereik van artikel 7:658 lid 4 BW. “

Omdat de arbeid van de gedetineerde volgens de kantonrechter niet werd verricht ter uitoefening van het beroep of bedrijf van de gevangenis, is ook lid 4 van artikel 7:658 BW niet van toepassing. Er is dus geen sprake van werkgeversaansprakelijkheid.

Geen onrechtmatige daad

Vervolgens beoordeelt de kantonrechter of sprake is van een onrechtmatige daad, op grond waarvan er aansprakelijkheid is voor de letselschade van de gedetineerde.

De kantonrechter oordeelt van niet omdat er voldoende instructies zijn gegeven over en begeleiding bij het gebruik van de bandschuurmachine en omdat de bandschuurmachine zelf ook aan alle vereisten voldeed.

Geen aansprakelijkheid voor letselschade gedetineerde

De conclusie van de kantonrechter luidt dus dat er geen aansprakelijkheid is van de Staat der Nederlanden voor de letselschade van de gedetineerde. Niet op grond van werkgeversaansprakelijkheid en ook niet op grond van onrechtmatige daad.

Hoger beroep?

Het is de vraag of deze uitspraak in een eventueel hoger beroep stand houdt. Er is immers sprake van arbeid, van loon en van een gezagsverhouding. Er is zelfs een wettelijke ‘Regeling arbeidsloon gedetineerden‘. Tegen die achtergrond is het goed mogelijk dat een andere rechter wél zal oordelen dat feitelijk sprake is van een soort overeenkomst tot het verrichten van arbeid en dat artikel 7:658 BW van toepassing is.

Ook de beoordeling over de toepasselijkheid van lid 4 van artikel 7:658 BW zou in een hoger beroep anders kunnen  uitvallen. Een andere rechter zou best kunnen oordelen dat de arbeid van de gedetineerde wel degelijk is verricht in de uitoefening van het beroep of bedrijf van de gevangenis.

Immers, het gaat bij deze arbeid niet alleen om het bieden van een zinvolle tijdsbesteding ter voorbereiding op een terugkeer in de maatschappij. Er wordt met het werk ook geld verdiend door de gevangenis/de Staat der Nederlanden. Zie alleen al dit bericht hierover in de media over hoe lucratief de inzet van gevangenen is in productiewerk. Misschien is het beroep of bedrijf van het gevangeniswezen dus wel wat omvangrijker dan hier geoordeeld.

Verwijzing naar taakgestraften

En om nog (al dan niet terecht) te verwijzen naar regels over het verrichten van een taakstraf: voor taakgestraften is er een wettelijke regeling die de veiligheid tijdens het werk van de taakgestraften moet waarborgen. Zie artikel 12 van het Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen:

De uitvoerder taakstraffen oefent toezicht uit op de verrichtingen van de taakgestrafte en de omstandigheden waaronder deze plaatsvinden. Het toezicht omvat ook de veiligheid, de gezondheid en arbeidsomstandigheden op de projectplaats en de redelijkheid van de opgedragen werkzaamheden of opgelegde verplichtingen.

Vragen?

Heeft u vragen over werkgeversaansprakelijkheid en bedrijfsongevallen? Zoekt u een advocaat aansprakelijkheidsrecht? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

 

 

logo rechtspraak
Menu