Rechtbank: diabetespatiënt recht op uitkeringen ondanks verzwijging (artikel 7:928 BW)

Een man heeft al bijna 20 jaar diabetes. Hij meldt dit niet als hij zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluit. Wanneer hij arbeidsongeschikt raakt mede ten gevolge van zijn diabetes, weigert de verzekeraar uitkering. Vaststaat dat de man zijn mededelingsplicht heeft geschonden. Toch oordeelt de rechtbank dat de man recht heeft op uitkering. De verzekeraar was namelijk te laat met het wijzen op de schending van de mededelingsplicht.

Mededelingsplicht

Bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst is de verzekeringnemer op basis van artikel 7:928 BW

“… verplicht vóór het sluiten van de overeenkomst aan de verzekeraar alle feiten mede te delen die hij kent of behoort te kennen, en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten, afhangt of kan afhangen.”

Voor het aangaan van een arbeidsongeschiktheidsverzekering geldt dus: als je bij het aangaan hiervan klachten of ziektes hebt, moet je dat melden. Voor een zieke verzekerde zou de verzekeraar immers een hogere premie of andere voorwaarden hanteren dan voor een volledig gezonde verzekerde.

Gevolgen niet-nakoming mededelingsplicht

Een gevolg van het schenden van de mededelingsplicht kan opzegging van de verzekering door de verzekeraar zijn (artikel 7:929 BW). Daarnaast kan ook het recht op uitkering worden verloren of verminderd (artikel 7:930 BW).

Twee maanden-termijn

Deze sancties kunnen echter alleen worden opgelegd, indien de verzekeraar binnen twee maanden na de ontdekking van het schenden van de mededelingsplicht op de niet-nakoming ervan wijst. Bij het wijzen hierop moet de verzekeraar ook de mogelijke sancties toelichten.

Als de verzekeraar pas na het verstrijken van de twee maanden-termijn actie onderneemt, heeft de verzekerde gewoon recht op uitkering. Het gevolg van het laten overschrijden van de termijn is dus erg ingrijpend.

Begin van de termijn

In de praktijk speelt niet alleen vaak de vraag óf de termijn van twee maanden is overschreden, maar ook wanneer die termijn eigenlijk is begonnen? Zo ook in de betreffende uitspraak van de rechtbank.

In die zaak had de verzekerde op 11 januari 2020 een claimformulier ingediend vanwege zijn arbeidsongeschiktheid. Hierin vermeldde hij dat zijn arbeidsongeschiktheid mede werd veroorzaakt door zijn diabetes, een ziekte die hij bij het aangaan van de verzekering niet had medegedeeld.

Pas op 8 april 2020 stuurt de verzekeraar de verzekerde het bericht dat hij zijn mededelingsplicht heeft geschonden. De verzekerde betoogt dan ook dat hiermee de twee maanden-termijn is overschreden en de verzekeraar verplicht is aan hem uit te keren.

Verweer verzekeraar

De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de termijn pas op 26 maart 2020 is gaan lopen. Pas op die datum kreeg de verzekeraar namelijk een rapport van hun medisch adviseur dat er wel eens sprake kon zijn van ziektes die bij het aangaan van de verzekering niet zijn medegedeeld.

Als die datum het startpunt is van de twee maanden-termijn, dan is het bericht op 8 april wél op tijd. Welke datum moet de rechtbank als startpunt nemen?

Voldoende zekerheid

Op basis van recente rechtspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2023:1050) start de termijn van twee maanden “als de verzekeraar voldoende zekerheid heeft verkregen dat de verzekeringnemer diens mededelingsplicht niet is nagekomen”.

Of de verzekeraar voldoende zekerheid heeft gekregen, hangt af van de omstandigheden van het geval. In het bijzonder kan worden gedacht aan het feit of de verzekeraar extra onderzoek moet doen nadat hij aanwijzingen van het schenden van de mededelingsplicht heeft gekregen.

Op dit laatste beriep de verzekeraar zich in deze zaak, hun onderzoek was namelijk pas op 26 maart 2020 afgerond.

Oordeel rechtbank

De rechtbank gaat niet mee in dit argument. Immers, al op 11 januari 2020 kreeg de verzekeraar de brief van de verzekerde waarin stond vermeld dat hij mede arbeidsongeschikt was geraakt door zijn diabetes. Deze mededeling deed de verzekerde nota bene zelf. Volgens de rechtbank was extra onderzoek naar deze voor de verzekerde belastende mededeling niet nodig.

De rechtbank oordeelt dan ook dat de verzekeraar al vanaf 11 januari voldoende zekerheid had dat de mededelingsplicht door de verzekerde was geschonden. Vanaf die datum begon de twee maanden-termijn en zodoende op 8 april al verstreken.

De verzekerde behoudt hierdoor zijn recht op uitkering, ondanks dat hij zijn mededelingsplicht heeft geschonden.

De volledige uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 november 2023 kunt u hier lezen (ECLI:NL:RBZWB:2023:7867)

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in letselschade en verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

tekening bij artikel uitspraak mededelingsplicht verzekeringsrecht
Menu