Rechter: slachtoffer letselschade hoeft niet te beleggen met schadevergoeding

Als iemand letselschade heeft, dan kan hij zowel geleden als toekomstige schade hebben. De toekomstige schade ziet bijvoorbeeld op kosten die in de toekomst moeten worden gemaakt voor huishoudelijke hulp. Het kan ook zien op gemist inkomen omdat het slachtoffer door het letsel niet meer kan werken zoals voorheen.

Letselschadevergoeding in één keer

In de praktijk zal zowel de geleden als de toekomstige schade in één keer worden betaald aan het slachtoffer. Dat kan als de aansprakelijke partij of een verzekeraar met het slachtoffer overeenstemming heeft bereikt over de omvang van de schade: zowel de geleden als de toekomstige letselschade.

Dit bedrag kan dan in één keer worden betaald aan het slachtoffer. Partijen hoeven dan niet meer met elkaar in overleg en er hoeft niet periodiek schade te worden vergoed.

Maar als  alles in één keer wordt betaald, dan kan het bedrag méér of minder (waard) worden als gevolg van inflatie en rente.  Daarom wordt daar al bij het bepalen van het te betalen bedrag rekening mee gehouden.

Toekomstige schade kapitaliseren

De toekomstige schade moet worden ‘gekapitaliseerd‘, zoals men dat noemt. Dit houdt in dat de toekomstige schade wordt teruggerekend naar het bedrag dat op de gekozen peildatum nodig is om de toekomstige schade te kunnen dekken.

Bij deze berekening moet (behalve met eventuele fiscale componenten) rekening worden gehouden met het rendement dat het letselschadeslachtoffer over het ontvangen bedrag kan genereren. Daarnaast zal ook rekening moeten worden gehouden met inflatie.

Aan een letselschadeslachtoffer die in de toekomst jaarlijks terugkerende schade zal lijden, moet een zodanig bedrag worden betaald dat het voldoende is om ieder jaar een bedrag ter hoogte van de jaarschade te kunnen opnemen.

Het uitgangspunt is dat het letselschadeslachtoffer de grootst mogelijke zekerheid wordt geboden dat ook in de toekomst te derven inkomsten en/of te lijden schade wordt uitgekeerd (Hoge Raad 24 april 1959, NJ 1959/603).

Rente en inflatie bij de vergoeding van letselschade

In de letselschadepraktijk is de hoogte van de rente en inflatie een steeds terugkerend thema als het gaat om het kapitaliseren van toekomstige schade. Dat is op zich niet verwonderlijk omdat de rentestand en de inflatie door de jaren heen wijzigen.  Daarom zal daarover steeds weer discussie kunnen ontstaan tussen partijen.

Met welke rente en met welke inflatie moet rekening worden gehouden bij het bepalen van de hoogte van het bedrag dat in één keer wordt betaald aan een letselschadeslachtoffer?

Dit is niet eenvoudig vast te stellen. Immers, daarvoor zal moeten worden bepaald hoe hoog de rente en de inflatie zullen zijn in de toekomst.

Het is niet verrassend dat partijen daarover van inzicht kunnen verschillen.  Partijen zelf, alsook de rekenkundigen en andere experts die zij hierover raadplegen, kunnen nogal verschillende standpunten innemen. Daarom wordt soms de rechter gevraagd om een oordeel.

De rechtbank Den Haag

In de zaak die speelt in de rechtbank Den Haag stelt de verzekeraar dat  de door het letselschadeslachtoffer gehanteerde rente te laag is. Het letselschadeslachtoffer stelt dat de door de verzekeraar gehanteerde rente te hoog is.

De verzekeraar stelt dus dat het slachtoffer rendement maakt op het te ontvangen bedrag ter vergoeding van de letselschade. Het letselschadeslachtoffer stelt dat daar nauwelijks sprake van is, zeker in de komende jaren omdat de rente zo laag is.

Slachtoffer letselschade hoeft niet te beleggen met de vergoeding

De rechtbank stelt voorop dat  van het letselschadeslachtoffer niet mag worden verlangd dat hij risico’s neemt bij het beleggen van het in één keer te ontvangen bedrag.

Dit betekent dat van een letselschadeslachtoffer niet kan worden verlangd dat hij zijn vermogen belegt. Volgens de rechtbank heeft de (recente) geschiedenis geleerd dat beleggingen, hoe “risicoloos” ook, in korte tijd in waarde kunnen dalen.

Het strookt niet met het uitgangspunt van vergoeding van (letsel)schade dat een benadeelde het risico loopt dat zijn schadevergoeding uiteindelijk onvoldoende is om zijn daadwerkelijke schade te compenseren.

Redelijke verwachtingen van toekomstige rente en inflatie

De rechtbank benadrukt dat het ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van rente en inflatie aankomt op de redelijke verwachting van de rechter daarover.

Daarbij moet uitgangspunt zijn dat het letselschadeslachtoffer zijn toekomstige schade daadwerkelijk kan dragen.

Als wordt gerekend met een te hoog rentepercentage of een te lage inflatie, kan dat ertoe leiden dat het letselschadeslachtoffer die jaarlijks zijn jaarschade opneemt en gebruikt, zijn schadevergoeding al een aantal jaar vóór de berekende einddatum heeft opgebruikt.

Realistische inschatting

De rechtbank wijst erop dat zij een realistische inschatting moet maken van het rendement dat het letselschadeslachtoffer over de schadevergoeding zal kunnen genereren en van de geldontwaarding die in de loop van de jaren zal optreden.

Om rekening te kunnen houden met percentages die op dit moment realistisch zijn, moet de rechter uitgaan van de rentepercentages die het letselschadeslachtoffer op dit moment over zijn vermogen kan ontvangen. Mede op basis daarvan komt de rechter tot de volgende rente- en inflatiepercentages.

Rente en inflatie in komende twintig jaar

Voor de komende vijf jaar hanteert de rechter een rente van 0% en een inflatie van 1,5%

Voor de periode daarna vanaf 6 jaar tot en met 20 jaar hanteert de rechter een rente van 1,3% en een inflatie van 2%.

Voor de periode ná 20 jaar hanteert de rechter een rente van 2% en een inflatie van 2%.

Conclusie

De rechtbank gaat dus uit van de rente en inflatie op basis van een realistische inschatting van de huidige situatie. Voor de toekomstige rente en inflatie gaat de rechter uit van zijn redelijke verwachtingen daarover.

Voorop staat dat de rechter daarbij eerder kiest voor een risicomijdende benadering omdat het letselschadeslachtoffer zijn toekomstige schade daadwerkelijk moet kunnen dragen.

Bij dat uitgangspunt past niet dat van een letselschadeslachtoffer wordt verlangd dat hij gaat beleggen of andere risico’s neemt om een hoger rendement te kunnen halen.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de rechtbank Den Haag van 13 mei 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:4169).

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een advocaat gespecialiseerd in letselschade? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

drie rechters in zittingszaal met portret koning
Menu