Stoffen die snel kunnen ontploffen of bijvoorbeeld licht ontvlambaar zijn, brengen veel risico met zich mee. Op bedrijven en personen die met deze gevaarlijke stoffen werken, rust dan ook een grote verantwoordelijkheid. De wetgever heeft voor dit bijzonder risicovolle gevaar een specifieke wettelijke regeling getroffen: artikel 6:175 BW. Deze aansprakelijkheid wijkt op een aantal punten af van de reguliere aansprakelijk van artikel 6:162 BW.
Aansprakelijkheid van de gebruiker
De aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen rust in beginsel op degene die de gevaarlijke stof beroeps- of bedrijfsmatig gebruikt (artikel 6:175 lid 1 BW). De eigenaar die de stof niet ook gebruikt kan dus niet aansprakelijk worden gesteld op grond van dit artikel. Als de eigenaar van een gevaarlijke stof de stof bijvoorbeeld laat gebruiken door een ander die deze stof beroepsmatig gebruikt, dan is die ander aansprakelijk voor de gevaarlijke stof. De eigenaar kan nog wel via de algemene weg van artikel 6:162 BW worden aangesproken.
Als de gevaarlijke stof zich in de macht van een professionele bewaarder bevindt, dan is hij aansprakelijk voor de gevaarlijke stof (artikel 6:175 lid 2 BW). De professionele bewaarder is namelijk het meest direct betrokken bij de gevaarlijke stof; hij kan de stof het beste in de gaten houden. Gaat er iets mis, dan kan hij aangesproken worden op basis van artikel 6:175 BW. De gebruiker van de gevaarlijke stof kan ook hier nog wel via de algemene weg van artikel 6:162 BW worden aangesproken.
Risicoaansprakelijkheid
Aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen is een risicoaansprakelijkheid. Dit betekent dat de gebruiker van de gevaarlijke stof in beginsel aansprakelijk is onafhankelijk van de vraag of hij daadwerkelijk schuld heeft of dat zijn gedraging onrechtmatig was. De rechtvaardiging voor het niet toetsen aan schuld of onrechtmatigheid is gelegen in het grote risico dat een gevaarlijke stof met zich brengt. De gebruiker van de stof weet namelijk dat hij met iets gevaarlijks werkt. Als het dan misgaat, ook al maakte hij geen fout, draagt hij wel het risico.
Aansprakelijkheid voor dieren is bijvoorbeeld ook een risicoaansprakelijkheid.
‘Gevaarlijke’ stof
De specifieke aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen is alleen van toepassing als de betreffende stof ook echt ‘gevaarlijk’ is. Volgens de wet is een stof gevaarlijk als ‘van deze stof bekend is dat zij zodanige eigenschappen heeft, dat zij een bijzonder gevaar van ernstige aard voor personen of zaken oplevert’. Een gevaar van ernstige aard is bijvoorbeeld ontvlambaarheid, giftigheid of ontplofbaarheid. Daarnaast kan de Nederlandse overheid of de Europese wetgever stoffen als gevaarlijk bestempelen.
Is water een gevaarlijk stof?
Een belangrijk vereiste voor het zijn van een gevaarlijke stof, is dat de stof intrinsiek gevaarlijk is. Bij het Hof Leeuwarden kwam de kwestie aan bod of een zwembad aansprakelijk kon worden gesteld op grond van artikel 6:175 BW, omdat een kind gehoorverlies had opgelopen tijdens het zwemmen. In het water zat namelijk de PA-bacterie die onder andere het gehoor kan beschadigen.
Het Hof oordeelde dat het water als zodanig, ondanks de aanwezigheid van de bacteriën, niet als gevaarlijke stof kwalificeert. Water is namelijk niet intrinsiek gevaarlijk; het heeft geen eigenschappen van zichzelf die een bijzonder gevaar opleveren. De bacterie die in het water zat, maakte het water ook niet bijzonder gevaarlijk volgens het Hof. De aanwezigheid van een bacterie is namelijk geen normale eigenschap van water. Artikel 6:175 BW ziet op gevaarlijke stoffen die van zichzelf een gevaarlijke eigenschap hebben en dus niet op water waarin zich toevallig bacteriën bevinden die daar niet thuishoren.
Vragen?
Heeft u vragen of zoekt een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht? Neem vrijblijvend contact op.
Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem