Verjaring van de schadevergoedingsvordering

Om schadevergoeding van een partij af te dwingen, zal hiertoe een rechtsvordering moeten worden ingesteld. Het is daarbij van belang de rechtsvordering op tijd in te stellen. Een rechtsvordering kan namelijk na verloop van tijd verjaren. Dit betekent dat de vordering niet meer afdwingbaar is.

Verjaring in het algemeen

De reden waarom rechtsvorderingen, zoals de vordering tot schadevergoeding, kunnen verjaren is gelegen in de rechtszekerheid. Een rechtsvordering kan maar een bepaalde tijd in rechte geldend worden gemaakt, zodat partijen weten waar zij aan toe zijn en niet, na (hele) lange tijd, voor verrassingen komen te staan. Afhankelijk van het soort rechtsvordering verschilt de verjaringstermijn.

Relatieve verjaringstermijn van de vordering tot schadevergoeding

Artikel 3:310 lid 1 BW regelt de verjaringstermijn van de schadevergoedingsvordering in het algemeen. Dit artikel bepaalt dat een rechtsvordering tot vergoeding van schade

“… verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade … als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden …”.

Dit betekent dat de verjaringstermijn van 5 jaar gaat lopen op de dag na de dag dat de benadeelde bekend is met zowel de schade als de aansprakelijke persoon. De vordering voor vergoeding van schade die bijvoorbeeld pas na 10 jaar wordt ontdekt (zoals een ziekte die zich traag ontwikkelt), is dus nog niet verjaard. Ook als de aansprakelijke persoon pas enkele jaren na het ontstaan van de schade bekend wordt, betekent dit niet dat de verjaringstermijn al is gaan lopen.

Absolute verjaringstermijn van de vordering tot schadevergoeding

De verjaringstermijn van 5 jaar die gaat lopen als de benadeelde met de schade en de aansprakelijke partij bekend is, wordt ook wel de relatieve verjaringstermijn genoemd. Artikel 3:310 BW kent ook een absolute verjaringstermijn. Deze absolute verjaringstermijn bedraagt 20 jaar. De absolute verjaringstermijn houdt in dat iedere rechtsvordering tot schadevergoeding verjaart na 20 jaar, ook als de benadeelde pas na die 20 jaar op de hoogte komt van de schade of de partij die aansprakelijk is.

Uitzondering

Er bestaat een uitzondering op de absolute verjaringstermijn van 20 jaar. Het vijfde lid van artikel 3:310 BW bepaalt namelijk dat de vordering tot vergoeding van schade door letsel of overlijden pas verjaart na verloop van 5 jaar nadat de benadeelde bekend is geworden met de schade en de aansprakelijke partij. De absolute verjaringstermijn van 20 jaar geldt hier niet.

Deze uitzondering biedt onder andere uitkomst voor slachtoffers van ziektes die pas na een hele lange periode worden ontdekt. Slachtoffers die bijvoorbeeld met asbest hebben gewerkt en er pas na 20 jaar achter komen dat zij hiervan ernstig ziek zijn geworden, konden op basis van de algemene verjaringstermijn niet langer met succes een schadevergoedingsvordering instellen. Nu kunnen zij dat dus wel, maar alleen als het schadeveroorzakende feit zich vóór 1 februari 2004 voordeed.

Schadeveroorzakende gebeurtenissen van vóór 1 februari 2004 hebben geen voordeel van het artikel 3:310 lid 5 BW. In die gevallen kan de redelijkheid en billijkheid nog een uitzondering op de absolute verjaringstermijn van 20 jaar maken. Dit speelde bijvoorbeeld bij ernstige ziektes die zich pas na lange tijd openbaren. Een ander voorbeeld is jarenlange onbekendheid van de dader van een moord.

Andere verjaringstermijnen

De verjaringstermijn hangt, zoals gezegd, af van het soort rechtsvordering. De vordering tot schadevergoeding op grond van de WAM verjaart bijvoorbeeld al na 3 jaar. Het is dus belangrijk om per geval goed op de verjaringstermijn te letten.

Stuiting en natuurlijke verbintenis

Een verjaringstermijn die eenmaal is gaan lopen, kan ‘gestuit’ worden. Hierdoor begint de verjaringstermijn opnieuw met lopen. Hier leest u meer over het stuiten van de verjaring. Het verlopen van een niet gestuite verjaringstermijn heeft tot gevolg dat de rechtsvordering niet meer in rechte afdwingbaar is.

Het recht op schadevergoeding bestaat na de verjaring nog wel. Het recht kan alleen niet meer worden afgedwongen. De niet-afdwingbare vordering wordt ook wel een natuurlijke verbintenis genoemd. Het gevolg is dat als de aansprakelijke partij alsnog schadevergoeding betaalt, geen sprake is van onverschuldigde betaling.

Vragen?

Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in het aansprakelijkheidsrecht en letselschade? Neem vrijblijvend contact op.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor  gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

Een foto van een beeldje van Vrouwe Justitia bij een juridisch artikel.
Menu