Een antiekverzamelaar wordt slachtoffer van een overval. Zijn muntenverzameling ter waarde van bijna 100.000 euro wordt hierbij gestolen. De verzekeraar keert slechts één vierde van de waarde uit. Voor het niet vergoede deel spreekt de verzamelaar zijn verzekeringstussenpersoon aan.
Onvoldoende verzekerd
De collectie van de verzamelaar bestaat onder andere uit een muntenverzameling. Voor zijn collectie heeft hij sinds 1983 al verschillende verzekeringen afgesloten. In 2007 draagt de verzamelaar zijn verzekeringen over aan de tussenpersoon die hij in deze zaak aanspreekt. Als in 2019 een overval plaatsvindt, wordt de muntenverzameling ter waarde van 96.570 euro gestolen. De verzekeraar keert echter maximaal 27.000 euro uit. De overige 69.570 euro wil de verzamelaar vergoed zien door de tussenpersoon. Volgens de verzamelaar had de tussenpersoon hem namelijk moeten waarschuwen voor deze onderverzekering.
Zorgplicht assurantietussenpersoon
Als iemand een verzekering wil afsluiten, kan hij hiervoor een tussenpersoon de opdracht geven. De opdrachtgever draagt hiermee een stukje verantwoordelijkheid over aan de tussenpersoon (de opdrachtnemer). Op de tussenpersoon rust daarom een zorgplicht: hij moet voor de belangen van de opdrachtgever zorgen zoals dat “van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht”. Onder deze zorgplicht valt bijvoorbeeld het waarschuwen van de opdrachtgever voor onvoldoende dekking, maar alleen als de tussenpersoon met de onderverzekering bekend was of redelijkerwijs bekend behoorde te zijn. Een tussenpersoon die niet op de hoogte is of behoorde te zijn van de hoge waarde van een object of een nieuwe verzameling die aan de verzekering wordt toegevoegd, kan hiervoor dus niet makkelijk succesvol aansprakelijk worden gesteld.
De tussenpersoon voldoet zoals gezegd aan zijn zorgplicht als hij heeft gehandeld als van “een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht”. Dit is een erg vage en open norm. Voor het antwoord op de vraag of de tussenpersoon aan zijn zorgplicht heeft voldaan zijn dan ook alle omstandigheden relevant. In het bijzonder kan daarbij onder andere gekeken worden naar de specifieke inhoud van de opdracht die de opdrachtgever aan de tussenpersoon gaf of de kenbaarheid van de belangen van de opdrachtgever bij de tussenpersoon.
Bekendheid met muntenverzameling
Om te bepalen of de tussenpersoon aansprakelijk is voor het onvoldoende verzekerd zijn van de muntenverzameling is het dus de vraag of hij bekend was of behoorde te zijn met de waarde van de muntenverzameling die hoger was dan de maximaal verzekerde som. Het Hof oordeelt als volgt.
Ten eerste was de tussenpersoon niet bekend met de hoge waarde van de muntenverzameling. Althans, dit heeft de verzamelaar niet bewezen. Aangezien de verzamelaar een beroep doet op het schenden van de zorgplicht door de tussenpersoon, is het aan de verzamelaar de feiten te bewijzen die ondersteunen dat de tussenpersoon bekend was of behoorde te zijn met de onderverzekering. Voordat de verzamelaar deze feiten kan bewijzen, moet hij deze eerst stellen. In deze zaak heeft de verzamelaar in de eerste plek niet gesteld dat de tussenpersoon bekend was met de waarde van de muntenverzameling, dus staat in deze zaak vast dat de tussenpersoon niet met de waarde bekend was.
Ten tweede de vraag of de tussenpersoon bekend behoorde te zijn met de waarde van de muntenverzameling. Het Hof beantwoordt deze vraag ook ontkennend. Hierbij neemt hij het volgende in aanmerking. Onder de verzekering waaronder de muntenverzameling valt, wordt maximaal 27.000 euro uitgekeerd. Het was onder deze verzekering echter ook mogelijk de verzekerde som te verhogen. Hiervoor kon de verzekerde zelf een bedrag boven de 27.000 euro aangeven, waarop de premie vervolgens werd aangepast. Het verzekerde bedrag was echter niet verhoogd boven die 27.000 euro. Aangezien de tussenpersoon deze verzekering ook niet heeft afgesloten, waren er voor hem geen aanwijzingen dat de verzamelaar een collectie had die meer dan 27.000 euro waard zou zijn. Dat zou anders zijn geweest als de verzekerde som door de verzekerde was verhoogd. Dat zou erop wijzen dat hij een waardevolle collectie bezat. In dat geval had het op de weg van de tussenpersoon gelegen om voor de hoge waarde en eventuele waardestijgingen van de muntenverzameling te waken. Immers behoorde hij dan wel bekend te zijn met de hoge waarde van de muntenverzameling.
Verder waren er geen andere omstandigheden die in het voordeel van de verzamelaar zouden pleiten. Het Hof komt dan ook tot het oordeel dat de tussenpersoon niet bekend was en ook niet bekend behoorde te zijn met de waarde van de muntenverzameling. De tussenpersoon heeft volgens het Hof zijn zorgplicht niet geschonden en is niet aansprakelijk jegens de verzamelaar.
De volledige uitspraak kunt u hier lezen.
Vragen?
Heeft u vragen of zoekt een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht en verzekeringsrecht? Neem vrijblijvend contact op.
Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem