Er kunnen op veel manieren schade ontstaan aan de auto van een bestuurder. Er hoeft niet altijd sprake te zijn van een aanrijding, maar er kan ook schade ontstaan doordat er bijvoorbeeld obstakels op de weg liggen. Zo ook in deze zaak, waar een automobilist schade aan haar auto heeft opgelopen door een kei op de weg. Wie is dan aansprakelijk en op welke grondslagen kun je de wegbeheerder aansprakelijk stellen? De rechtbank Midden-Nederland heeft op 5 juni 2024 uitspraak gedaan en is hier terug te lezen (RBMNE:2024:2957).
Het verhaal in een notendop
Een automobilist botste met haar auto bij haar vertrek tegen een grote kei die rechts in de binnenbocht van een uitrit van een parkeerterrein lag, waardoor er aanzienlijke schade aan haar auto ontstond. De vrouw stelt de wegbeheerder aansprakelijk voor de schade vanwege de manier waarop de kei op het terrein was geplaatst.
Juridisch kader
De automobilist heeft de wegbeheerder aansprakelijk gesteld op de twee volgende grondslagen:
Artikel 6:174 BW (Gebrekkige Opstal): Aansprakelijkheid wegens een gebrekkige toestand van een openbare weg.
Artikel 6:162 BW (Onrechtmatige Daad): Algemene aansprakelijkheid wegens onrechtmatig handelen.
Bij beide artikelen komt het bij de beoordeling aan op de vraag of de wegbeheerder heeft voldaan aan haar zorgplicht om de weg in een zodanige staat te brengen en te houden, dat deze voldoet aan de redelijkerwijs daaraan te stellen eisen. De wegbeheerder moet er dus voor zorgen dat de weg de veiligheid voor personen en zaken niet in gevaar brengt. Er dient aan de hand van het ‘Kelderluikcriteria’ te worden getoetst of de wegbeheerder aan zijn zorgplicht heeft gedaan.
Aansprakelijkheid op Grond van Artikel 6:174 BW
De wegbeheerder kan aansprakelijk zijn als een openbare weg in gebrekkige staat verkeert en daardoor schade veroorzaakt. Dit geldt echter alleen voor gebreken die direct verband houden met de verkeersfunctie van de weg en het voorwerp moet direct gerelateerd te zijn aan het gebruik van de weg voor het verkeer. De aansprakelijkheid van artikel 6:174 BW heeft dan ook een beperkte mate van kracht. In deze zaak werd vastgesteld dat de kei geen verkeersfunctie had, maar puur als decoratie was neergelegd. Omdat de kei niet als onderdeel van de weguitrusting kon worden beschouwd, werd er geen aansprakelijkheid aangenomen op grond van artikel 6:174 BW.
Klik hier voor een algemeen blog over opstalaansprakelijkheid.
Aansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW
Hoewel de wegbeheerder niet aansprakelijk was op grond van artikel 6:174 BW, werd zij wel met succes aansprakelijk gesteld op grond van artikel 6:162 BW. Ter beoordeling voor aansprakelijkheid van de schade heeft de rechter aan het Kelderluikcriteria getoetst:
- Waarschijnlijkheid dat gebruikers niet goed opletten;
- Kans op ongevallen;
- Ernst van de mogelijke gevolgen;
- De bezwaarlijkheid van het nemen van maatregelen.
Bij beoordeling van het Kelderluikcriteria is de herkomst, aard en functie van het voorwerp verder van belang. Hiernaast spelen de ligging, fysieke toestand en het te verwachten gebruik van de weg een rol. Het werd duidelijk dat de kei geen functie vervulde, maar slechts als decoratie was neergezet. Ook bleek de kei erg dicht langs de weg, deels achter begroeiing te zijn gelegd. Verder was er geen sprake van verlichting in de omgeving van de kei. De wegbeheerder had kunnen voorzien dat de kei niet goed zichtbaar was voor automobilisten die de bocht namen en dat de kans op schade bij een botsing hierdoor groot was. De wegbeheerder had desondanks geen maatregelen genomen om de zichtbaarheid van de kei te verbeteren, terwijl dit eenvoudig had gekund. Daarnaast heeft de wegbeheerder erkent dat zij meer had kunnen doen. Het lag op de weg van de wegbeheerder om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de kei zichtbaar te maken of verder van de weg te leggen.
Kortom, de kei vormde een gevaar en de wegbeheerder heeft niet voldaan aan haar zorgplicht en is aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW.
Klik hier voor een algemeen blog over onrechtmatige daad.
Is er sprake van eigen schuld aan de zijde van de automobilist?
De wegbeheerder stelde dat er sprake was van eigen schuld aan de zijde van de automobilist, hetgeen zou moeten resulteren in een vermindering van de schadevergoeding. Volgens de wegbeheerder had de automobilist de aanrijding kunnen voorkomen indien zij voldoende oplettend was geweest. Bovendien zou de automobilist vermoedelijk de bocht te krap hebben genomen en/of van de weg zijn geraakt, en mogelijk harder hebben gereden dan de toegestane snelheid. De rechter ging hier niet in mee en oordeelde dat de wegbeheerder de standpunten onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl de automobilist zijn standpunten wel in afdoende mate heeft gemotiveerd. Ook oordeelde de rechter dat zelfs wanneer een automobilist volledig op de weg blijft rijden, de kei geraakt kan worden vanwege de positionering van de kei op de weg. Er is dus geen sprake van eigen schuld aan de zijde van de automobilist en de wegbeheerder dient de schade voor 100% te vergoeden.
Klik hier voor een algemeen blog over eigen schuld (artikel 6:101 BW).
Conclusie aansprakelijkheid wegbeheerder
Artikel 6:162 BW biedt in deze zaak uitkomst, terwijl artikel 6:174 BW niet toepasselijk is. Er is geen sprake van eigen schuld aan de zijde van de automobilist en de wegbeheerder dient de schade voor 100% te vergoeden.
Klik hier voor een algemeen blog over de aansprakelijkheid van de wegbeheerder.
Vragen?
Heeft u vragen of zoekt u een advocaat die is gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht? Neem vrijblijvend contact op.
Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem