Een uitzendkracht valt tijdens zijn werk van een trap. Hoewel de trap slechts 23 cm hoog is, loopt de werknemer ernstig letsel op (een dwarslaesie). De uitzendkracht stelt de werkgevers aansprakelijk (het uitzendbureau en de werkgever waar hij feitelijk aan het werk was).
De werkgevers wijzen aansprakelijkheid af en het komt aan op een rechtszaak.
Zorgplicht werkgevers
De rechtbank Oost-Brabant stelt voorop hoe ver de zorgplicht van de werkgevers reikt.
In artikel 7:658 lid 1 BW wordt de werkgever verplicht om die maatregelen te treffen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat een werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden.
(Lees hier een algemeen artikel over werkgeversaansprakelijkheid en bedrijfsongevallen).
De zorgplicht vereist een hoog veiligheidsniveau voor de werkruimte, werktuigen en gereedschappen en de organisatie van de werkzaamheden. Echter, deze zorgplicht beoogt niet een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van werknemers tegen gevaar.
Welke veiligheidsmaatregelen de werkgever moet nemen en hoe hij de werknemer moet instructies moet geven, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kans dat zich een ongeval zal voordoen, de ernst die de gevolgen van een ongeval kunnen hebben en de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.
Deze zorgplicht geldt voor zowel een uitzendbureau als formele werkgever, als voor werkgever waar feitelijk wordt gewerkt, als materiële werkgever, aldus nog steeds de rechtbank.
Ongelukkige samenloop van omstandigheden
De rechtbank komt tot de conclusie dat het belopen van twee treden om daarmee een verhoging van 23 cm te overbruggen op zichzelf een normale bezigheid is waarvoor een werkgever geen instructies hoeft te geven of te waarschuwen. Verder bleken de treden technisch aan alle vereisten te voldoen.
Om die reden concludeert de rechtbank dat de werkgevers niet aansprakelijk zijn voor dit bedrijfsongeval, maar dat sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
De conclusie van wat hiervoor staat is dat [eiser] als gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden ten val is gekomen. Ondanks de zeer ernstige gevolgen van het ongeval is niet gebleken dat er omstandigheden waren op grond waarvan [gedaagde sub 2] redelijkerwijs verplicht was maatregelen te treffen, in welke vorm dan ook, om dit gevaar te voorkomen. [gedaagde sub 2] heeft aan haar zorgplicht voldaan en is niet aansprakelijk voor de schade die [eiser] als gevolg van zijn val heeft geleden of nog lijdt.
De werkgevers zijn volgens de rechtbank dus niet aansprakelijk. Lees hier de volledige uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 27 februari 2020.
Normaal alledaags gevaar
Deze zaak valt in de categorie van ‘normale en alledaagse gevaren’ waarvoor een werkgever minder snel maatregelen hoeft te nemen of instructies hoeft te geven. Als er bij dergelijke werkzaamheden toch een bedrijfsongeval gebeurt dan zal een werkgever eerder kunnen aantonen dat aan de zorgplicht is voldaan, ook al loopt de werknemer ernstig letsel op, zoals in deze zaak het geval is.
Vragen?
Heeft u vragen over een bedrijfsongeval/arbeidsongeval of zoekt u een letselschade advocaat? Neem vrijblijvend contact op.
Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht.
Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl | 085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem